Ooit eens begonnen als een waardig verhaal dat eindigd met een "word vervolgd"
Ik heb het nooit opgevolgd, wellicht dat ik dat ooit nog eens ga doen. Het is mijn i
nterpretatie van het zombie verhaal.
Let op! Er zitten nog fouten in dit verhaal, omdat ik er vrij weinig mee gedaan heb en met andere verhalen ben begonnen, maar het is zonde om het niet te delen en misschien dat er iemand is die me kan overhalen het af te maken :)
Geniet ervan. Walgen mag ook.
The
Living Fat
Een
verhaal van
Richard Otten
Inleiding
Overgewicht. Een van de grootste vijanden van de
mensheid. Vooral omdat de mensen tegenwoordig geen tijd meer hebben om rustig
te eten. Een drukke baan zorgt er al gauw voor dat je een snelle hap bestelt in
plaats van uitgebreid en gezond koken. Voor anderen is het al snel een
verslaving, of een verwerkingsproces tijdens een moeilijke periode. Al met al,
we eten te ongezond.
De personen in dit verhaal merken daar ook de consequenties van en zijn
vastberaden om er iets aan te doen. Hoewel veel onderdelen van het verhaal op
waarheid zijn gebaseerd, zijn de namen van de personen en plaatsnamen fictief,
om zo de privacy van die mensen te waarborgen.
Echter bent u gewaarschuwd. Als u zelf wel eens geniet van een vettige hap, kan
dit verhaal u slapeloze nachten bezorgen. Het lezen ervan is dus geheel eigen
risico.
1:
Voorbereiding
Angela DeLonge kwam net uit de douche. Ze nam de
grote badhanddoek die aan het rek hing. Tweety van de Looney Tunes stond er op,
compleet met een korte broek en zonnebril. Die handdoek had in het verleden
menig strand gezien, maar dat was toen. De handdoek had het daglicht al zeker
twee jaar niet meer gezien. Angela keek met een afkeurende blik in de spiegel. Hoe heb ik het zover laten komen? Dit
vroeg ze zich elke dag weer af. Na de geboorte van haar zoontje Robin, had ze
gezworen om te gaan sporten en zo het overtollig vet kwijt te raken. Maar in
plaats van om naar de sportschool te gaan, begon ze weer fulltime te werken. In
de avonden voelde ze zich uitgeput en van sporten kwam niets terecht. Haar
echtgenoot, Manuel, was een auteur van spionage romans. Hij werkte thuis en
zorgde eveneens overdag voor hun tweejarig zoontje.
Angela werkte drie verschillende diensten in het ziekenhuis aan de balie bij de
hartafdeling. Hierdoor at ze vaak op haar werkplek. Enkele collega’s brachten
hun eigen eten mee, dat ze dan opwarmde in de magnetron. Angela had nooit tijd
om zelf iets mee te nemen en verafschuwde eten dat net uit de magnetron kwam.
Manuel kookte thuis altijd gezond voor zichzelf en Robin. In het begin toen
Angela weer ging werken, deed Manuel altijd een bakje in de tas van Angela,
maar dat belandde tijdens de werkuren in de afvalemmer.
De balie van Angela lag vol met folders van fastfoodketens en andere
bestelservices, zoals Chinees of de Italiaan. Soms waren er collega’s die het
ook wel eens lekker vonden om iets te bestellen, maar niet elke dag weer. Ook
zij begonnen zich na een tijdje zorgen te maken over de gesteldheid van Angela.
Ze bekeek haar vetrolletjes en dikke bovenbenen, die
een aantal duidelijke striemen lieten zien, terwijl ze een prachtig gezicht had
met diepe blauwe ogen en gave huid. Ze pinkte een traantje weg. Ze wist dat ze
veel te zwaar was, maar ze kon het niet verhelpen. Ze vond het eten te lekker
om er mee te stoppen. Als ze middagdienst had, dacht ze al aan de avond, om bij
thuiskomst heerlijk op de bank neer te ploffen met een tablet melkchocolade van
minstens 500 gram en als dat te gauw op ging, dan volgde er nog een zak chips
achteraan.
Manuel riep vanonder de trap of ze klaar was met douchen. Angela moest die
donderdagochtend naar de diëtiste, haar grootste vijand. Ze was er al vijf keer
geweest, echter had het nog niet geholpen. Die dag moest ze ook nog alleen
gaan. Normaal ging Manuel met haar mee, maar zijn ouders hadden geen
mogelijkheid om op Robin te passen.
Angela deed een makkelijke broek met stretch en een ruime trui aan. Ze deed
geen BH om, die ging alleen bij belangrijke zaken aan. Die dingen knelde haar
zo erg dat ze er uitslag van kreeg op haar rug. Instappers hadden plaats
gemaakt voor de laarzen die ze normaal altijd droeg. Manuel had een keer met
haar bij de schoenenwinkel gezeten, en het deed hem pijn dat zijn vrouw geen
enkele laars meer dicht kreeg. Vanaf dat moment heeft ze nog alleen maar haar
instappers gedragen.
Terwijl Angela beneden aankwam, zat Robin rustig in
een hoekje met zijn knuffels te spelen. Met als grote favoriet, een pluche Buzz
Lightyear. Angela lachte en gaf hem een kusje op zijn voorhoofd. Manuel riep
vanuit de keuken en vroeg wat ze voor ontbijt wilde. Angela keek op haar
horloge en constateerde dat ze al wat aan de late kant was. Dit was natuurlijk
niet zo, ze wilde na haar gesprek met de diëtiste, iets bij de drive in
bestellen. Manuel had met zijn hoofd geschud. Hij was het tegenovergestelde;
gezonde voeding en veel sporten. Desondanks hield hij van zijn vrouw, of ze nu
slank of dik was. Zijn zorg was puur om haar gezondheid, die duidelijk snel achteruit
ging. Het was dan ook op zijn aandringen dat ze hulp ging zoeken. Ze had erop
in gestemd, maar dat had ze eigenlijk gedaan om hem stil te krijgen.
Ze gaven elkaar een kus en Angela ging de deur uit, richting de auto. Terwijl
ze instapte, begon ze te grommen. Manuel had de auto net gebruikt om broodjes
te halen en de stoel stond veel te ver naar voren. Haar buik duwde tegen het
stuur. Met een immense kracht zette ze de stoel naar achteren. Nu kon ze
eindelijk de auto starten en richting haar vijand rijden, Elke Dolces,
Diëtiste.
De praktijk van de diëtiste lag tien kilometer
verder in de stad. Angela parkeerde haar auto op het pleintje tegenover de
praktijk. Ze was een kwartier te vroeg, dit gaf haar tijd om door de nieuwe
lichting tijdschriften te bladeren. Aan de balie zat een vrolijke jonge meid,
haar naamkaartje gaf aan dat ze Anne heette. Angela had haar nog nooit eerder
gezien. ‘Mevrouw DeLonge, u hebt een afspraak om kwart over tien, u mag
plaatsnemen in de wachtruimte.’ Ze lachte en Angela nam plaats in de
wachtruimte, tegenover de balie. Er zat nog een vrouw te wachten. Ze was
volgens Angela’s perceptie niet te dik. Ze knikten vriendelijk naar elkaar en
Angela begon door het eerste tijdschrift te bladeren.
Een paar minuten later kwam een gezette man uit de behandelkamer. De vrouw
stond op en gaf hem zijn jas. Ze gaf hem tevens een klein, gedwongen lachje.
Een uitstraling die Angela bekend voorkwam. Het betekent ongeveer: ‘En dikke
papzak, ga je nu eindelijk eens luisteren en wat aan dat gewicht doen?’ De man
keek richting Angela en ze zuchtte beide. Ze wisten waar ze aan toe waren.
Terwijl de man en vrouw naar buiten liepen, ging de deur van de behandelkamer
open. Daar stond ze dan. Elke Dolces, zesentwintig, slank, blond en gezonde
groene oogjes. Bah, dacht Angela, moet ik alweer een preek van dat net
afgestudeerde streber wicht aanhoren.
‘Angela, kom maar binnen.’ Ze sprak met een melancholische stem. Het moest rust
brengen bij de patiënten. Bij Angela wekte het juist ergernis op. Burgertutje, had ze tegen Manuel gezegd.
Maar ze was natuurlijk ook bang dat hij zich aangetrokken zou voelen tot die
slanke den.
‘Neem plaats.’ Elke pakte het dossier van Angela
erbij en maakte enkele noties. ‘Ben je me nu al aan het beoordelen?’ Sprak Angela
fel. Elke bleef rustig en gaf aan dat het enkel routinezaken waren die ze elke
keer moet invullen. ‘Hoe is het de afgelopen week gegaan, heb je nog gewerkt
aan je eetpatroon?’ Angela begon te lachen. ‘Natuurlijk, ik heb dinsdag bami in
plaats van nasi bij de Chinees besteld.’ Elke keek haar met een serieuze blik
aan. ‘Sorry Angela, ik kan er niet om lachen en je gewicht is niet iets om mee
te spotten. Als je zo blijft doorgaan, dan is de kans op zware hart- en
vaatzieken zeer groot.’ Angela gaf geen antwoord en ging een beetje hangend
zitten. Elke stond op en zette de weegschaal goed. ‘Kom maar eens op de
weegschaal staan.’ Met een tegenstribbelende reactie stond Angela op en ging op
het vreselijke apparaat staan. Waarom kan
in een wereld van leugenaars dit ding niet liegen?
De weegschaal gaf 87 kilo aan. Dit werd afgerond naar 85 kilo omdat ze nog
kleren aanhad. Ze was bij de eerste sessie zwaar op tegen om deze uit te
trekken. ‘Dit is twee kilo meer dan de laatste keer Angela. Ik ben echt niet
trots op je.’ Er kwam wederom geen antwoord van Angela’s kant. ‘Je mag weer
gaan zitten.’ Elke schreef weer enkele zaken op haar formulier. ‘Ik zal eerlijk
tegen je zijn. Op dit moment ben je 85 kilo met een lengte van 1 meter 60. Dat
geeft een BMI waarde van 33.’
‘Hey dat is binnen drie jaar mijn leeftijd!’ Grapte Angela opnieuw. Elke
negeerde de opmerking en ging verder. Ze pakte een grafiek erbij. ‘Zoals je
hier kunt zien is een BMI waarde voor iemand van jouw lengte goed bij 24, dat
is ongeveer 61 kilo. Ik wil graag een plan met je opstellen om dit doel te
bereiken.’
‘Die andere lijstjes van je liggen ergens bij het oud papier, dus spaar je de
moeite.’ Na die uitspraak werd de rustige stem van Elke een stuk sterker.
‘Luister, je bent zelf hier naar toe gekomen, misschien op aandringen van je
man, maar toch zit je hier. Als je niet wilt komen, blijf je weg, verdoe mijn
tijd er niet mee, er zijn andere mensen die de hulp dan beter kunnen gebruiken.
Maar als je straks je zoontje wilt zien opgroeien, dan zou ik toch maar eens
beginnen met naar mij te luisteren.’ Die reactie had Angela niet verwacht. Ze
keek verbouwereerd naar Elke en kreeg meteen een ander beeld van haar. Dat burgertrutje heeft dus toch pit in zich.
Ze realiseerde tevens dat ze egoïstisch bezig was en barste in huilen uit.
‘Ik rook en
drink niet, heb nog nooit drugs genomen, dat verdomde eten is mijn enige
uitlaatklep. Het gaat vanzelf, ik heb het gewoon niet onder controle. ‘Help
me’, snikte ze, ‘help me alstublieft.’ Elke had haar boze blik afgezet, maar
klonk nog steeds standvastig. ‘Ik ga je helpen, maar ik verwacht complete
toewijding van jou, anders mag je een andere diëtist zoeken.
Angela knikte snikkend ja, en gaf zich over. ‘Doe wat nodig is’, sprak ze
zacht, ‘ik zal luisteren.’
Samen bekeken ze overzichten die Angela mee naar
huis kon nemen. Aanpassen van het eetpatroon en minimaal twee keer per week
sporten, hadden de hoogste prioriteiten. Tevens stelde Elke ook voor aan Angela
om met haar werkgever te praten om minder in diensten te werken, dit is vooral
een groot probleem om regelmaat te vinden met eten. ‘Heb je verder nog vragen,
of is alles duidelijk zo?’ Angela zuchtte diep en gaf aan dat ze wist wat haar
te doen stond. Elke gaf haar een trotse glimlach, deze was gemeend. ‘Voordat je
gaat, ik heb nog een folder voor je.’ Elke stond op en pakte de folder uit de
kast en gaf deze aan Angela.
Angela fronste haar wenkbrauwen. ‘Het lijkt wel een show van een goochelaar.’
‘Dit is een seminar van de opkomende healthguru, Benjamin Lane. Hij is in
Engeland al een fenomeen. Hij komt voor een aantal shows naar Nederland en
komende zaterdag is hij hier in de stad, in het Echo Theater. Het is vijf euro
entree, maar zeker de moeite waard om bij te wonen. Angela bekeek de folder
nogmaals. ‘Ik zal het met Manuel bespreken.’
Ze bedankte Elke voor haar geduld en ze maakten een nieuwe afspraak.
‘Tot over twee weken.’
Angela voelde nieuwe energie. Eindelijk eens een
serieus doel gesteld in haar leven. Tijdens haar rit naar huis zag ze de grote M al hangen. Blinkende neonletters die
haar naar de drive in wilde lokken.
Kijk naar al dat lekkers, hamburgers voor maar één euro, milkshakes in zeven
verschillende smaken. Ze gaf gas bij en reed door. Als of dat nog niet genoeg
was zag ze aan de andere kant van de weg de lachende Kolonel, die met zijn
overheerlijke chickenwings haar wilde verleiden. Maar ook hem overwon ze en vol
trots reed ze verder richting thuis. Thuis, waar een lieve man niet kon wachten
om haar de meest gezonde gerechten voor te schotelen. Een man die voor haar
klaar stond. Thuis is de man met het hart van goud.
Eenmaal thuis aangekomen, gaf ze haar twee mannen
een heerlijke knuffel. Manuel voelde al meteen dat er iets anders met haar was.
‘We gaan er aan werken mijn lieve man, ik zal me eraan gaan houden.’ Manuel nam
haar nog steviger vast en ook hij pinkte een traantje van geluk.
Nadat ze Robin in bed hadden gelegd voor zijn dutje, ging het stel samen op de
bank zitten en bekeken de informatie die Angela van Elke had gekregen. Manuel
glunderde al bij enkele gerechten en kon niet wachten om er al meteen aan te
beginnen. Hij nam de folder van Benjamin Lane in zijn handen. ‘Wie is dit, een
goochelaar?’
‘Nee, het is een soort guru op gebied van gezondheid, hij is komende zaterdag
hier in het Echo Theater. Heb je zin om erheen te gaan?’
‘Als jij denkt dat je er baat bij hebt, waarom niet. Ik zie dat je ook vrienden
en familie mee mag nemen, lijkt dit niet iets voor je broer?’
‘Robert? Ik weet het niet, hij maakt zich niet echt zorgen om zijn overgewicht.’
‘Hij misschien niet, maar Jessica wel. Toen ze me laatst vertelde hoeveel
flesjes bier hij per dag drinkt, sloeg ik toch achterover.’ Angela bedacht zich
een moment, en kwam tot de conclusie dat het geen kwaad kon. Robert eet al heel
lang alleen maar voedsel dat gefrituurd is. ‘Ik zal Jessica eens bellen, kijken
wat ze ervan vinden.’
Robert en Jessica waren net als Angela en Manuel,
vijf jaar getrouwd. Het is makkelijk te onthouden, want het was een dubbele
bruiloft. Robert is twee jaar ouder dan Angela en ze waren erg hecht als broer
en zus. Hij werkte in de bouw en is in tegenstelling tot Angela, altijd al
flink geweest. Ze woonden drie straten van elkaar vandaag en waren vaak in de
weekenden samen.
‘Ja, dat lijkt me eigenlijk wel een heel goed idee. We wilden zaterdag toch al
langskomen. Ik zal hem wel zover krijgen, en zijn zusje spreekt hij toch nooit
tegen. Dan zien jullie ons tegen zeven uur verschijnen, en ik rij deze keer
wel.’ Angela bedankte haar schoonzus en legde de telefoon op. Manuel, die al in
de keuken bezig was, kreeg van haar de duim omhoog, Robert zou erbij zijn.
2:
Benjamin Lane
‘Pap en mam, bedankt dat jullie vanavond op Robin
willen passen.’
‘Geen probleem liefje, je vader kijkt op zaterdag toch alleen maar voetbal, dan
kan hij dat ook hier kijken.’ Angela gaf haar moeder een kus op de wang. De
ouders van Manuel en Angela waren de vaste oppassers voor Robin. Angela’s
ouders waren net een jaar gepensioneerd en ze vonden het fantastisch om op hun
kleinkind te letten. Haar vader was al richting de tv gegaan en kreeg van
Manuel voor de zoveelste keer uitleg, hoe de afstandsbediening werkte.
Angela keek op de klok, tien over zeven. Hoe graag
ze Robert en Jessica ook had, ze kwamen altijd te laat. ‘Je kent je broer toch
lieve schat, de eeuwige laatkomer.’ Op dat moment remde er een rode Volkswagen
Golf voor de deur. Als je het over de
duivel hebt. Jessica was een racecoureur en omdat Robert geen rijbewijs
had, moesten ze het daarmee doen. Angela vreesde meestal voor haar leven als ze
bij haar in de auto zat. Robert stapte uit en hij droeg een hemd dat twee maten
te klein was. Met zijn kaal hoofd leek hij wel een voetbalhooligan. Jessica
daarentegen, was zoals gewoonlijk tot in de puntjes verzorgd, met haar pittige
zwarte coupe waar hier en daar blonde plukken tevoorschijn kwamen. Angela
opende de deur voor hen en omhelsde haar broer. ‘Hey Angie, alles goed?’
Angie was de bijnaam die Robert voor Angela had. Hij
was een grote fan van de Rolling Stones. Zij noemde hem altijd Robbie, dat
deden hun ouders trouwens ook, echter had Robert een hekel aan die bijnaam.
‘Dag mam.’ Robert pakte zijn moeder vast en tilde haar op. Dat deed hij altijd,
een beer van een kerel, die geen moeite had om een klein vrouwtje als zijn
moeder op te pakken. ‘Hey jongen, rustig aan met je oude moedertje.’ Hij zette
haar weer neer en gaf haar een kus op de wang. ‘Hoi Pap.’ Hij kreeg geen
antwoord en probeerde het nog eens. ‘Hoi Pap!’ Een korte reactie wat klonk als
“Hmm”, was alles wat hij eruit kreeg. Manuel gaf Robert een schouderklopje.
‘HD-Televisie, 7.1 surround theater en voetbal, hij gaat er helemaal in op.
Biertje?’
Jessica spitste haar oren en gaf aan dat ze zo moesten vertrekken. Robert deed
alsof hij haar niet gehoord had en ging op het aanbod van Manuel in. Manuel had
het ook meegekregen, maar wie was hij om te discussiëren met een man als
Robert?
De dames hadden plaats genomen in de eethoek en
kletsten wat bij. Robert en Manuel gingen bij Hendrik zitten en keken het
voetbal mee. Robert had twee slokken van zijn flesje genomen en het was al
bijna leeg. Manuel stond altijd versteld van de hoeveelheden die Robert naar
binnen kon werken. Manuel zelf dronk af en toe hoog uit twee flesjes in het
weekend, en bij hoge uitzondering dronk hij champagne. Dit was meestal alleen
als hij een boek af had. ‘Pap, wie is aan het winnen?’ Robert kreeg weer geen
antwoordt. ‘Pap?’
‘De blauwe staan voor.’
‘Welke club is dat?’
‘Ik weet het niet, het is iets uit de Afrikaanse competitie, ze zijn allemaal
zwart, ik hou het niet uit elkaar. Wel mooi beeld Manuel.’
Ze waren het afwezige gedrag van Hendrik wel gewend, een karaktertrek die je
niet kunt veranderen.
Jessica keek opnieuw op haar horloge. ‘Heren, het
wordt eens tijd dat we gaan, ik heb geen zin om helemaal achteraan te komen
zitten.’ Robert zuchtte, stond op en gaf zijn vader een schouderklopje. Hij was
liever naast hem blijven zitten om verder te genieten van het voetbal en bier.
Maar hij had het zijn kleine zusje beloofd. Angela vroeg zelfs of ze een jas
nodig hadden. Volgens Robert was het nog minstens twintig graden buiten en
nergens voor nodig, het was lekker voor de september maand. Ze namen afscheid
van Suus en Hendrik en liepen richting de Volkswagen. ‘Mocht er iets zijn, mijn
mobiel staat op trillen.’ Suus gaf Angela een handgebaar, ‘geniet van de avond,
wij zorgen wel voor je kleine man.’ Angela lachte tevreden en stapte de auto
in. ‘Rij voorzichtig.’ Riep Suus nog tegen Jessica, maar ze zat al in de tweede
versnelling. Suus sloot de voordeur en ging terug naar de huiskamer. ‘Dat kind
leert het ook nooit.’
‘Hmm?’
“Vanavond: Benjamin Lane”, stond er op de borden van
het Echo Theater. Terwijl de twee koppels naar de ingang liepen bleef Robert
staan bij een levensgroot karntonnenbord waar Benjamin Lane op afgebeeld stond.
‘Jezus, hij lijkt wel iemand van de geheime dienst op die poster. Strak pak,
zonnebril, gaat hij ons straks ook nog oppakken als we wat eten tijdens de
voorstelling?’ Een geïrriteerde grom van Jessica liet hem doorlopen. ‘Je
gedraagt je vanavond, anders gaan we nooit meer ergens naar toe.’ HD tv,
borrelnootjes en bier gingen door het hoofd van Robert, dat was nog niet eens zo een slecht voorteken.
‘Hebt u gereserveerd?’ De jongen die achter de kassa
zat was niet erg vriendelijk. Jessica graaide in haar beurs en haalde twintig
euro te voorschijn. ‘Nee, we waren niet op te hoogte van een reservering,
viermaal alstublieft.’ De jongeman nam het geld aan. ‘Als u had gereserveerd
kon ik u stoelen toewijzen, maar bij betaling aan de kassa gaat dat niet. U moet
dan zelf kijken of u plaats vindt voor vier personen.’ Jessica boog een beetje
naar links en kon zo de zaal inkijken, die net halfvol was. ‘Jongetje, verdoe
mijn tijd niet.’ De jongeheer keek naar Robert en wisselde een blik van
ongenoegen.
Ze konden overal plaatsnemen. Jessica en Angela
wilden graag zo ver mogelijk vooraan zitten, en de twee heren juist het
tegenovergestelde. Uit eindelijk konden ze een compromis maken en namen plaats
in één van de rijen in het midden. Manuel keek rond en kon zich niet meer
herinneren dat het Echo theater zo groot was. Hij had er vijf jaar geleden een
signeersessie gedaan voor zijn eerste boek “Alfred Bottel en de het geheim van
Valencia”. De eerste druk ging 65.000 keer over de toonbank. Sinds die tijd
schreef Manuel non-stop. Echter was er nooit een vervolg gekomen in de Alfred
Bottel serie en er was ook geen in de planning.
Er bleven nog mensen binnenkomen, en het geroezemoes
van de aanwezigen werd steeds luider. De zaal werd niet volledig gevuld. Angela
keek nog eens op haar folder: “Fenomeen”, stond erop, hier blijkbaar nog niet.
De lichten gingen uit en op het podium begonnen de spotlights te werken. Je kon
zien dat het een onprofessioneel theater was, de mensen van het licht schenen
alle kanten op, behalve de goede. De muziek begon te spelen, Talking Heads met
The Road to Nowhere. Blijkbaar wilde Benjamin de mensen meteen al een schuldig
gevoel geven. Na ongeveer 30 seconden komt het nummer opgang en zo ook nam
Benjamin Lane zijn entree op het podium. Hij had een kort gestyled kapsel en
droog het tenue dat ook op de poster stond. Hij danste mee op de muziek en
maakte gebaren naar het publiek om mee te zingen. De zaal voelde er niets voor
en liet Benjamin in zijn eentje doorgaan. Uiteindelijk werd er een fade out op
het nummer gezet. ´Welcome ladies and
gentlemen!’
Een lauw applaus volgde en de gastheer maakte een vriendelijke buiging. ‘Er had
eigenlijk vuurwerk moeten afgaan aan het eind van het nummer, maar vanwege de
brandveiligheid mocht ik dit niet doen. Echter niet getreurd ik wil van deze
avond alsnog een knallende avond maken, ‘Who’s
with me?´
Angela en Robert keken elkaar vragend aan. Is dit de persoon waar alle hype om
was? Hij leek meer een tweederangs cabaretier.
‘Ok mensen, we gaan beginnen. Ik wil iedereen
hartelijk danken voor het vertrouwen dat jullie hebben in deze show. Ik weet
dat het moeilijk is, vooral als je tegen een dood punt aan loopt. Dik zijn kan
op twee manieren. Door ziekte of door eigen toedoen. Voor de eerste categorie
laat ik alles over aan artsen en specialisten, daar kan ik niets aan
veranderen. Maar voor diegenen die het zichzelf hebben aan gedaan door het eten
van al die suikers en vetten, hun kan ik wel helpen. Nu denken jullie, die
Benjamin heeft makkelijk praten, hij is zo slank als maar kan zijn. Dat klopt,
alleen is dit vroeger anders geweest. Daarom wil ik jullie graag kennis laten
maken met de oude Benjamin.’
Een projectorscherm kwam naar beneden en het publiek kreeg foto’s te zien van
Benjamin in zijn kinderjaren. ‘En hier zit ik op de schommel’, volgende foto, ‘en hier ziet u de
brandweer die twee uur later me probeerde los te krijgen.’ De hele zaal begon
te lachen. Dat had hij slim gedaan, met een komische noot had hij het publiek
in zijn greep. Ook al was het kind op de foto’s niet Benjamin, maar een Engels
jongetje die twee jaar geleden hiervoor had geposeerd.
‘Nu begrijpen jullie waarom ik het zo belangrijk vind dat mensen gezonder gaan
leven. Als ik zo door was gegaan, dan lag ik nu aan de beademing, of nog erger,
Six feet under. Ik wil jullie
vanavond de kans geven om te starten met een nieuw begin. Gooi het patroon om!
Dat is mijn motto. Is je huidige manier van leven een depressie? Gooi het patroon om! Sta je vaker bij de
snackbar, dan bij de groenteboer? Gooi
het patroon om!
Wat we vanavond zullen bespreken zal al heel veel duidelijk maken, maar begrijp
goed dat dit niet genoeg is. Er is volledige toewijding nodig van jezelf, plus
mijn zelfhulp cd’s en boeken. Deze kunt u na aflopen bij de uitgang kopen.’
Manuel fronste zijn wenkbrauwen. Hij kon dit soort
personen maar al te goed, valse weldoeners, die graag gevoelige mensen van hun
geld aftroggelt. ‘Kom we gaan’ fluisterde hij in Angela’s oor, ‘ik heb geen zin
om naar deze bedrieger te luisteren.’
‘We zijn net een half uur hier, ik.’ Robert onderbrak beiden. ‘Sorry Angela,
Jessica en ik denken er ook zo over.’ Angela wilde graag blijven, ze zag wel
baat bij de woorden van Lane. Maar Manuel bleef aandringen, waardoor Angela
geen keuze had om met de rest de zaal te verlaten.
‘En nu wil ik iets unieks met jullie doen. Ik wil
graag zeven mensen naar voren roepen en een kleine hypnose test doen. U hoeft
zich geen zorgen te maken, er zullen geen gekke dingen gedaan worden, het gaat
puur om de innerlijke kracht die ik naar boven wil laten komen. Zijn er
vrijwilligers?’ Terwijl hij dat vroeg zag hij de familie opstaan. ‘Ja, jullie
twee daar in het midden.’ Robert en Angela keken elkaar verrast aan en wezen
naar elkaar. ‘Ja, jullie twee kom maar naar voren.’
‘Eigenlijk’, wilde Angela beginnen, maar Robert hield haar tegen. ‘Eigenlijk
wil ik dit best eens een keer graag meemaken, kan ik meteen bewijzen dat het
onzin is.’ Angela en Robert liepen voorzichtig naar voren en Robert kreeg een
klap van Angela: ‘Dit ga je zeer snel goedmaken, broertje.’ Robert kon zijn
lach niet inhouden. Na de althans onbedoelde actie van broer en zus, volgden de
andere vijf vrijwilligers ook op het podium. Jessica en Manuel bleven alleen
achter en moesten nu wel blijven kijken.
Benjamin liep als een echte hypnotiseur over het
podium. Er stond niets over hypnose in de folder. Er was niemand in het publiek
die erover klaagde, dit kon een einde maken aan een wat saaie preekavond.
‘Goed, ik vraag jullie allemaal om de ogen te sluiten. Sluit je ogen en probeer
je hoofd leeg te maken. Mocht dit niet lukken, denk dan aan een muur. Een muur
houdt alle gedachten buiten en laat niets toe. Luister naar mijn stem, hoor
deze zachter van toon worden, des te zachter ik praat, des te dieper jullie in
slaap raken. Jullie zitten nu allemaal in
een diepe slaap. Alleen een reactie van mijn kant uit kan jullie wakker maken,
en als dat gebeurd doen jullie zoals ik zeg.’
Het begon roemoerig in de zaal te worden, iedereen inclusief Manuel en Jessica
vroegen zich vol spanning af of deze hypnose zou werken.
‘Ik tel tot drie en dan knip ik met mijn vingers, zodra jullie dit geluid horen
worden jullie wakker. Eén, twee, drie.’ “SNAP”
Angela, Robert en de andere vrijwilligers openden
hun ogen. Ze reageerden nauwelijks en staarden doelloos naar het publiek.
‘Zoals jullie zien dames en heren, ze zijn volledig onder hypnose. Het doel van
deze hypnose is als volgt: ‘Ik wil bewijzen dat ze door iets compleet lichts te
eten, zij toch het gevoel krijgen van voldoening en smaak.’ Hij nam een paar
velletjes papier en gaf deze aan zijn vrijwilligers. ‘U hoeft niet bang te
zijn, dit is snoeppapier, dus niet gevaarlijk voor de gezondheid van uw
naaste.’ Hij begon bij de eerste persoon. ‘Dit is een rijkelijk gevulde
slagroom gebak. De man in stoel één nam het snoeppapier aan en begon als een
waanzinnige te smullen. Hij veegde na het eten zijn mond af, alsof er slagroom
langs liep. Hierna liep Benjamin naar Robert. ‘Dit is een veels te zure
grapefruit.’ Robert begon te eten en zijn gezicht trok bij elkaar. Het publiek
kwam niet meer bij van het lachen, Jessica vond het ook geweld en maakte foto’s
met haar Iphone.
Na al zijn genodigden iets “lekkers” gegeven te hebben ging Lane verder. ‘Dit
is natuurlijk goed te doen, het zijn tenslotte maar velletjes papier. Om af te
sluiten wil ik iets doen wat u versteld zult laten staan.’ Benjamin liep naar
de achterkant van het podium en pakte een ijzeren staaf. Hij liet deze aan het
publiek zien. ‘Geen trucage, puur ijzer. Zelfs een stevig materiaal als dit kan
worden omgetoverd in een lekkernij.’ Hij liep richting Angela en gaf haar de
staaf. Manuel sprong op en protesteerde hevig. ‘Dit kun je niet maken, met het
papier was leuk, maar nu ga je te ver.’
‘Ik neem aan dat u haar partner bent.’
‘Dat klopt, ik laat dit niet toe.’
Benjamin probeerde hem tot rust te stellen, maar dat lukte niet. Jessica stond
ook achter Manuel. ‘Dit heeft niets meer met afvallen te maken, dit is gewoon
sensatie.’ De mensen in de zaal lieten weten dat ze het eens waren met de twee
en dit zorgde ervoor dat Benjamin zijn act moest staken. ‘Ik kan uw bezorgdheid
goed begrijpen. Ik zal het niet doen. Dan zullen we deze avond afsluiten’, en
hij richt zich weer tot de mensen op het podium, ‘sluit opnieuw jullie ogen en
luister naar mijn stem die steeds rustiger wordt. Ik tel tot drie en als ik in
mijn handen klap worden jullie wakker en herinneren jullie niets van wat er
zojuist heeft plaatsgevonden. Eén, twee, drie. “KLAP”
De zeven vrijwilligers schrokken wakker en keken beduusd om zich heen. Robert
gaf opnieuw een afstotende reactie. ‘Heeft hij mij grapefruit gevoerd? Ik haat
grapefruit!’
‘Dames en heren mag ik een warm applaus voor deze
dappere individuen.’ Terwijl het applaus loeide gingen ze van het podium af,
Jessica en Manuel stonden al aan het einde van de rij te wachten. ‘Kom we
gaan.’
‘Maar…’
‘Geen gemaar Angela, ik wil naar huis.’ Angela keek boos naar haar man en liep
zonder nog een woord te zeggen naar de uitgang. Terwijl ze wegliepen, sprak
Benjamin Lane zijn dank uit. ‘Ik wil iedereen die vanavond hier aanwezig was,
hartelijk bedanken, en mag het patroon vanavond al omgaan!’
Nog voordat Manuel haar kon tegenhouden, had Angela
al een boek en twee dvd’s van Lane gekocht. ‘Ik wil die kwakzalver niet in mijn
huis!’
Robert hield hem tegen. ‘Wees alstublieft een beetje rustig, als zij er baat
bij heeft...’ Angela knikte naar haar broer op een manier van, Zo, mijn grote broer neemt het wel voor mij
op. Manuel legde zich er maar bij neer en stelde voor om nog “gezellig” bij
hun thuis iets te drinken.
Jessica bedankte zich, ze had ochtenddienst in het bejaardentehuis, waar ze als
verpleegster werkte. ‘Dus wij rijden meteen door als we jullie thuis hebben
afgezet en dan kan ik met deze lekkere man naar bed gaan.’ Robert lachte en gaf
zijn vrouw een kus. ‘Hè bah, je smaakt echt naar grapefruit.’
3:
Je kunt me ‘s nachts altijd wakker maken voor…
Ouders waren de deur uit, Robin lag lekker te slapen
en Angela en Manuel waren net klaar met het poetsen van hun tanden. Ze hadden
de rest van de avond niet veel meer gepraat. Manuel was een persoon die je lang
kon negeren, mocht je hem op welke manier dan ook, pijn hebben gedaan. Angela
was juist het tegenovergestelde. Zij bleef als een sneltrein door praten totdat
haar man zich erbij neerlegde. Het onderwerp van deze nacht was natuurlijk nog
steeds Benjamin Lane. Eenmaal in bed kroop Angela tegen Manuel aan. Hij gaf een
diepe zucht en legde zijn arm om haar heen. ‘Ik zal niet meer met je
discussiëren lieve schat. Je broer had gelijk, het moet jou helpen, niet mij.’
Angela gaf een soortgelijke zucht, maar dit was een zucht van opluchting. Ze
bleef stil en pakte hem nog harder vast. Normaal zou ze nog een Ik hou van je erachteraan gooien. Als ze
dat niet zou zeggen, dan was dat een teken voor Manuel dat hij het op een
andere manier goed moest maken.
Ze vielen uiteindelijk samen in slaap en lagen nog steeds dicht tegen elkaar
aan.
Het kwik was buiten flink gedaald. In het bed van de twee geliefden was het
redelijk warm. Manuel had zich inmiddels op zijn zij gedraaid. Hij voelde de
warme adem van Angela in zijn nek en werd er zelfs wakker van. Hij begon weer
te denken aan zijn nieuwe boek. Hoe het verloop zou zijn van zijn karakters, de
situaties die ze gaan meemaken. De karakters van Manuel kwam altijd tot stand
tijdens de wakkere momenten in bed. Telkens als hij dat vertelde bij lezingen
merkte hij aan de reactie van de mensen dat hij niet de enige was die dat doet.
Naast hem voelde hij Angela wroeten. Ze lag in een diepe slaap. In haar slaap
begon ze dichter tegen Manuel aan te kruipen. Manuel moest ervan lachen. Ze was
echt een bewegelijk persoon in bed, dat was hij wel gewend. Uit het niets
voelde hij haar tong achter zijn oor. Ze
heeft het goed te pakken, dacht hij. Angela begon zijn volledige oor te
likken. Dit had hij nog nooit meegemaakt en liet het zijn vrije loop gaan. De
tong veranderde in sabbelen en zijn oorlel was de dupe. Manuel begon zijn vrouw
een klein beetje te porren, in de hoop dat ze wakker zou worden. Ze werd niet
wakker en ging door en het sabbelen ging over tot bijten. Manuel’s ogen
sprongen open en vroeg zich af of hij
aan het dromen was. Angela had inmiddels haar tanden in een groot stuk van zijn
oor gezet en beet het in één keer af. Manuel hoorde op heel korte afstand zijn
vlees scheuren. Hij sprong op en schreeuwde het uit van de pijn. Op dat moment
schrok ook Angela wakker, die iets vreemds in haar mond proefde. Het licht ging
aan en Manuel rende meteen naar de badkamer waar Tweety tegen het bebloede oor
werd geduwd.
Angela haalde het stuk oor uit haar mond en was
verbijsterd over wat ze zag. Wat is hier
aan de hand? Ze stond op uit bed en liep ook naar de badkamer, waar haar
partner op de toiletpot zat met bebloede handdoek tegen zijn oor. ‘Wat is er
gebeurd?’ Angela was helemaal de kluts kwijt. ‘Wat er gebeurd is? Je hebt een
stuk van mijn oor afgebeten, verdomme, dat is wat er gebeurd is.’ Angela rende
terug naar de slaapkamer en belde het ziekenhuis.
Vijf minuten later zaten ze samen in de auto op weg
naar het ziekenhuis. De buren hadden een slapende Robin overgenomen, en zouden
op hem passen totdat Angela en Manuel terug waren van het ziekenhuis. Manuel
hield Tweety nog steeds sterk tegen zijn oor. ‘Het moet een droom zijn geweest,
ik zou nooit zomaar je oor af willen bijten.’ Manuel wist ook wel dat zijn
vrouw dit niet zomaar zou doen en
probeerde in zijn al zijn ijlen niet te veel energie te gebruiken. ‘Let nou
gewoon op de weg, Mike Tyson.’ Angela wist niet of ze moest lachen of huilen,
dus deed ze maar allebei.
Het was verrassend druk bij de eerste hulp. Angela melde Manuel aan en de
vriendelijke verpleegster verwees hun naar de wachtruimte, een arts zou zo
spoedig mogelijk ter beschikking staan. Ze namen plaats naast een moeder die
met haar zoontje op schoot zat. Ze keek naar Manuel en vroeg wat er gebeurd
was. Manuel wist niet zo goed wat hij moest zeggen en zij dat het om een
huishoudelijke blunder ging. Om twee uur ’s nachts zal niemand nog in huis aan
het klussen zijn, maar goed. Haar zoontje van ongeveer vier, bleek hele zware
koorts te hebben gekregen, ze zaten al een half uur te wachten en hoopten snel
aan de beurt te zijn. Manuel zakte een beetje onderuit op zijn stoel, het werd
een lange nacht.
Na twintig minuten wachten hoorde ze beweging in
behandelkamer. Gelukkig, dacht Manuel, er is tenminste iemand klaar. De
moeder en haar zoontje konden al terecht bij een andere arts, dus er was
grootte kans dat hij nu aan de beurt was. Hij kreeg pijn aan zijn arm van het
constant druk houden op zijn oor. Angela lag alweer bijna half te slapen. De
deur van de behandelkamer ging langzaam open en ze hoorde een man en vrouw, de
arts bedanken. Angela schrok wakker en herkende de stemmen. Robert?
‘Robert, ben jij het?’ Angela stormde de artsenkamer binnen. De arts was er
niet erg van gediend en vroeg aan haar om buiten te wachten, maar Angela
negeerde hem. ‘Robbie, wat is er gebeurd?’ En ze keek naar Jessica die haar
linkerarm had ingebonden met verband en aan haar ogen kon Angela zien dat ze
gehuild heeft. ‘We lagen rustig te slapen, totdat ik blijkbaar in mijn slaap
aan haar arm begon te knagen. Ik kan me er alleen niets van herinneren.’ Angela
hield een moment van stilte. De arts vroeg of zij met een reden naar het
ziekenhuis was gekomen. Angela wenkte naar Manuel om naar binnen te komen. De
mensen in de wachtruimte zaten beduusd naar de familiesoap te kijken. De arts
zag het bloedende oor van Manuel. ‘Gaat u maar even zitten meneer DeLonge. Kunt
u mij vertellen wat er gebeurd is?’ Robert voelde de bui al hangen en sloot de
deur zodat het starende publiek niet meer kon genieten van het schouwspel.
De arts keek het oor na. Gelukkig waren er geen
zware complicaties en het bloed kon gestopt worden. Hij plakte het dicht met
een lijm, die meteen de wond liet stollen. ‘Zo dat zal goed. Ik doe er nog een
klein verbandje op en dan bent u klaar. U heeft nu een ¼ van Gogh oor.’ De
poging tot humor werd niet door de aanwezigen erkend.
Na het aanbrengen van het verband trok de arts zijn plastic handschoenen uit en
deponeerde deze in de daarvoor bestemde afvalemmer. Hij verzocht zijn vier
“gasten” nog even te blijven. Robert stond met zijn armen over elkaar, leunende
tegen een kastje. Angela en Jessica zaten naast elkaar en troosten mekaar.
Manuel zat tegenover de arts, die inmiddels plaats had genomen achter zijn
bureau.
‘Bedankt dat jullie nog even willen blijven.’ Iedereen knikte vanzelfsprekend.
‘Ik heb veel gezien in mijn carrière, maar dit slaat echt alles. Eens een keer
een bijtertje in een huiselijk geweld kwestie, is mogelijk. Maar vier in één
nacht? Dat gaat mij iets te ver. En allemaal in hun slaap. Niemand die zich er
iets van kan herinneren. Zijn jullie wellicht lid van een Sekte? Ik probeer het
te begrijpen.’
De twee koppels keken elkaar vragend aan. ‘U sprak over vier gevallen?’ Manuel
snapte er niets van.
‘Ja vier gevallen. Jullie en twee andere koppel, waarvan één man het niet heeft
overleeft. Zijn vrouw had zo hard in zijn nek gebeten dat hij in zijn bed is
doodgebloed. Ik wil graag weten wat hier aan de hand is, want ik ben bang dat
er straks nog meer gevallen het ziekenhuis binnenwandelen.’ Het was even stil,
iedereen keek bedenkelijk door de ruimte. Manuel had wel een idee, hij vond het
vergezocht, maar toch.
‘Dokter, de andere personen waar dit bij voorgevallen is, waren zij wat aan de
flinkere kant?’
De arts fronste zijn wenkbrauwen. ‘Nu je het zegt, beide gevallen hadden
duidelijk overgewicht, net als jullie partners, met alle respect.’
‘Wij zijn vanavond naar een show geweest van Benjamin Lane. Robert en Angela
zijn samen met zeven andere personen gehypnotiseerd geworden. En ik durf te
wedden dat de andere twee gevallen ook op dat podium hebben gezeten.’
Angela schudde haar hoofd. Ze wilde dit niet geloven. ‘Je bent de hele avond al
Benjamin Lane aan het zwartmaken. Hou er nou eens mee op.’ Ze begonnen ruzie te
krijgen maar de arts kwam er tussen. ‘Luister, het lijkt me sterk dat een
hypnose zo een hevige reactie kan veroorzaken. U heeft het over zeven gevallen.
Als het zo is dan kunnen er nog maximaal drie mensen met dit probleem
binnenkomen, als dat gebeurd dan kunnen we een onderzoek instellen, nu spreken
we alleen van een gekke nacht.’
Manuel wilde er niet aan geloven. ‘Wat als er vrijgezellen bij zitten, die
hebben niemand om te bijten, wat zullen zij dan doen?’
Robert ging achter Manuel staan en legde zijn handen op zijn schouders. ‘Laat
het nou maar rusten Manny, we zijn allemaal moe en ik denk dat we beter naar
huis kunnen gaan.’ Jessica en Angela knikten instemmend.
Manuel richtte zich nu tot Jessica. ‘Jess, ben je niet bang dat je straks weer
wordt gebeten?’
‘Ik denk dat het beter is dat ik vanavond in ieder geval op de bank ga slapen,
dat raad ik jou ook aan. Dan kunnen we morgen met een frisse gedachte uitzoeken
wat er aan de hand is.’
Manuel wist dat hij op dit moment niemand van gedachte kon veranderen en legde
zich er voor nu bij neer. De arts had echter nog één verzoekje. Hij haalde een
exemplaar van Alfred Bottel tevoorschijn en vroeg of Manuel deze wilde
ondertekenen. ‘Ik en mijn vrouw zijn zowaar fans.’ Een fan bleef een fan en
Manuel schreef: ‘What’s up Doc? Manuel.
Een surrealistisch einde van een bizarre nacht.
Thuis aangekomen, belde Angela weer bij de buren
aan. Robin lag nog steeds als een blok te slapen en werd herenigd met zijn
moeder. Ze bracht hem weer naar boven en legde hem in zijn bedje. Ze kuste hem
op de wang. ‘Slaap zacht lieve prins.’ Ze liet zijn slaapkamerdeur op een
kiertje staan en ging naar de haar eigen slaapkamer. Tot haar verbazing lag
Manuel weer op zijn plek. Hij had het laken waar het bloed op had gespat in de
hoek geworpen. ‘Weet je het zeker? Ben je niet bang dat het weer gaat
gebeuren?’
Manuel lachte een beetje. Hij wist niets zeker meer, maar zelfs geen afgebeten
oor kon hem ervan weerhouden om niet het bed te delen met zijn vrouw. Angela
kreeg er waterige ogen van en straalde zelfs. Ze ging naast hem liggen en gaf
hem twee kusjes. Zachtjes ging hij door haar blonde haar en fluisterde, ‘ik hou van je’. Ze vielen samen in
slaap. Manuel nam een groot risico. De nacht kon nog lang duren of er zou een
abrupt eind aankomen…
4:
Peggy Steen
Aan de andere kant van de stad zat Peggy Steen die
bewuste vrijdag aan haar ontbijt. Met haar 38 jaar had ze nog nooit een echte
relatie gehad. Een seksueel avontuur was al helemaal niet van toepassing. Een
toegewijde Christen die nog steeds geloofde in seks na het huwelijk. Als een
goede Christen hield ze zich daar aan, maar haar prins op het witte paard kwam
maar niet. Door mensen in haar omgeving werd ze achter haar rug om, de eeuwige
maagd, genoemd. Dit was niet iets van de laatste jaren. Haar hele leven lang
moest ze al aanhoren dat ze lelijk en dik was. Hierdoor werd ze zo onzeker
zodat voedsel haar enige uitlaatklep werd. Veel steun en toeverlaat van haar
ouders had ze nooit gekregen. Zij waren meer bezig met hun constante ruzies.
Het huiselijk geweld werd zelfs zo erg, dat Peggy uit huis werd geplaatst. Ze
groeide op in een internaat. Van haar achtste tot haar achttiende. Daar werd ze
veracht door de andere meisjes en was het mikpunt voor hun pesterijen. In die
jaren sloop ze er vaak tussenuit om in de stad een voorraad chocolate en chips
te kopen. Dit ging lang goed, tot op een dag de moeder-overste erachter kwam.
In plaats van de lekkernij weg te halen bij Peggy, werd ze gedwongen om alles
op te eten, terwijl de andere meisjes toekeken. Het moest een lesje voor haar
zijn, mocht het weer voorkomen. Maar het lesje herhaalde zich wekelijks. Ze
genoot ervan. Alle slechte dingen van iedere week, werden op die manier
dragelijk.
Het personeel begon dit ook op te vallen en ze gingen over op andere maatregels.
Geen zoetigheid meer voor de rebelse Peggy. De laatste twee jaren waren een
kwelling, ze werd meer dan eens aan haar bed vastgebonden, mocht ze weer drang
krijgen in ongezond eten. Ze schreeuwde het in de nacht dan uit. Ook al lag ze
alleen, haar medebewoners konden haar krijsen in de grote hal horen.
Op haar achttiende verjaardag was ze een vrij mens.
Ze pakte haar koffers in en keek geen enkele persoon aan terwijl ze naar buiten
liep. Vies varken, lelijk mens. Ze
trok zich niets aan van het gefluister en verliet het internaat. Ze reisde af
naar Het Dal en nam een baan aan als caissière bij een lokale supermarkt. Daar
ontmoette ze haar collega Helma Wilg, een 56 jarige alleenstaande weduwe. Ze
keek verder dan de norse blik en zwaar lichaam dat Peggy met zich mee droeg.
Helma bood haar een kamer aan. Sinds de dood van haar man had ze toch te veel
ruimte. Sindsdien woonde Peggy bij Helma. Helma stierf de daarop volgende zomer
aan longkanker en Peggy nam het volledig huis over.
Het leven van Peggy veranderde daarna niet meer. Ze
werkte nog steeds in de supermarkt en woonde nog steeds in hetzelfde huis. Ze
kon goed opschieten met haar collega’s maar na werktijd ging ze altijd meteen
naar huis. Ze werd vaker meegevraagd om iets te gaan drinken, maar ze was liever
alleen, want zo kon niemand haar pijn doen. Thuis had ze haar drie katers;
Richter, Soma en Morris. Zij waren alles voor haar. Echter die betreffende week
gebeurde er iets. Ze werd verliefd en niet het soort wat zo snel overgaat. De
supermarkt had een nieuwe manager gekregen, Rick Zwart. Hij was in haar
leeftijd, had een lekker lichaam, zijn donkerblonde plukken hingen mysterieus
voor zijn ogen. En als die ogen tevoorschijn kwamen, prachtige groene smaragden
gecombineerd met brede glad geschoren lach. Hij had naar haar gelachen, die
lach betekende iets. Ze wist het zeker, Rick vindt me leuk. -In realiteit had
hij gelachen naar Marieke Verbeek, die achter Peggy stond bij de kennismaking.-
Een lach was genoeg voor Peggy om het roer om te
gooien, ze had die vrijdag zelfs een gezond ontbijt genomen. Ze had een hekel
aan vers geperste sinaasappels, maar het moest. 98 kilo moesten er minstens 70
worden. Haar verwaarloosd gebit moest verbeterd worden. Die ochtend had ze ook
al een afspraak gemaakt met de kapper. Dat lange vettige zwarte haar moest
plaatsmaken voor iets korts met een lichte kleur. Nieuwe kleren waren nodig,
kleren waarin ze zou opvallen, waar Rick op zou vallen. Haar grote illusie
begon uit de hand te lopen, maar helaas was er niemand die haar kon
tegenhouden.
Terwijl ze met veel weemoed het glas sap naar binnen
werkte, sprak ze mee met een cd van Benjamin Lane. Ze had al zijn boeken, cd’s
en dvd’s. Deze had ze twee maanden geleden online via Amazon gekocht, maar ze
had ze tot aan deze week nog niet gebruikt. Omdat Lane nog niet zo beroemd was
in Nederland, waren zijn producten hier moeilijk te krijgen. Maar volgens Peggy
zou daar verandering in komen, want die vrijdagavond was het dan zover;
Benjamin Lane kwam naar Het Dal, en zij zou erbij zijn, op de eerste rij nog
wel. ‘Gooi het roer om!’ Riep
Benjamin uit de speakers. ‘Gooi al die
zoetigheid, koolhydraten en andere rotzooi in de vuilnisemmer.’
Peggy sprak zijn woorden vol toewijding na. ‘Ik zal slank worden, ja ik kan het
roer omgooien!’
Na haar ontbijt gaf ze de katten te eten. Zij kregen afgewogen voedsel. Het
waren nette katten, drie Perzische katten om precies te zijn. Het leek er soms
wel op dat ze de katten beter onderhield dan zichzelf. Ze aaiden alle drie over
hun bol. ‘Jullie zijn mijn alles, maar ik ga mijn best doen om nog een mannetje
in huis te krijgen. Vinden jullie dat goed?’ De katten sponnen van het aaien.
Hieruit maakte Peggy de conclusie dat ze het met haar eens waren. -In realiteit
willen katten alleen maar eten en geaaid worden. Ze hebben in geen enkel
opzicht een mening in het proces van de liefde.-
Planning
11:00, Kapper:
‘Het is alweer een half jaartje geleden dat je voor het laats in mijn stoel
zat.’ Peggy’s vaste kapster Simone stond er versteld van dat het haar van Peggy
zo onverzorgd was. ‘Hoe wil je het hebben?’ Peggy gaf haar ideeen vrij en wilde
voor iets fris en pittigs gaan en natuurlijk een blond kleurtje. Simone gaf
haar een lief lachje, ‘komt in orde lieve schat.’
De schaar ging er flink in en Peggy zag haar lange zwarte manen op de grond
vallen. Ze kruiste haar vingers en hoopte dat het eindresultaat er goed uit zou
zijn. Maar ze kon vertrouwen hebben in Simone, haar kapsalon liep zeer goed en
er werden zelfs beroemdheden geknipt.
‘Zo’, Simone pakte een spiegeltje om Peggy de
achterkant te laten zien, ‘wat vind je ervan?’ Peggy keek in de spiegel en vond
dat haar gezicht te veel naar voren kwam, nu kon ze zich niet meer achter haar
lange haar verschuilen. ‘Het ziet er prachtig uit Simone, dit wordt mijn vaste
coupe (het was de laatste keer dat ze bij de kapper had gezeten). ‘Ik vind het
zelf ook prachtig maar je moet het wel bijhouden.’ Peggy knikte.
13:00, Kledingzaak (na een vetarme loempia):
‘Ik zoek iets voor een feestelijke avond.’ De
verkoopster van de kledingwinkel had vaker dikkere vrouwen geholpen, maar ze
vond de eisen van Peggy een beetje absurd. Ze wilde een jurk die twee maten te
klein was en laarzen die niet helemaal dicht gingen. Al was Peggy vastberaden,
dat is wat ze wou dragen vanavond. De verkoopster hield zich in en nam het geld
aan. Ze vind het niet erg om geld te verdienen, echter zou ze het ook fijn
hebben gevonden als deze klant naar haar advies had geluisterd.
16:00, Avondeten:
Haar avond eten bestond uit; aardappeltjes uit de
oven, gestoomde broccoli en een mager kipfiletje. Uiteindelijk aten de katers
nog de helft van de maaltijd op. Peggy was te opgewonden voor de avond. Ze ging
weinig uit, eigenlijk nooit. Maar die avond zou alles veranderen, Benjamin Lane
zou haar leven voor altijd veranderen.
18:00, Douchen, aankleden, opmaken:
Ze vond zichzelf op een lavalamp lijken, terwijl ze
zich afdroogde en alle vetkwabben met in een roterende beweging heen en weer
gingen. De gekochte kleren gingen met moeite aan en make-up bleek niet de goede
uitwerking te hebben. Ze leek meer op Popov dan een nette dame. Echter was er
geen tijd meer om er iets aan te veranderen.
21:00, De show:
‘En nu wil ik iets unieks met jullie doen. Ik wil
graag zeven mensen naar voren roepen en een kleine hypnose test doen. U hoeft
zich geen zorgen te maken, er zullen geen gekke dingen gedaan worden, het gaat
puur om de innerlijke kracht die ik naar boven wil laten komen. Zijn er
vrijwilligers? ‘Ja, jullie twee daar in het midden. Ja, jullie twee kom maar
naar voren.’ Peggy zag de twee personen vanuit het midden van de zaal naar
voren gaan en toen stak ook zij haar hand op. ‘Deze mooie dame hier vooraan,
kom maar.’ Peggy betrad met de zes andere personen het podium en werd
gehypnotiseerd door Benjamin Lane.
Na de show voelde ze zich anders. Er was een gevoel
omhoog gekomen dat ze nog nooit had meegemaakt. Ze was wel moe van alle
inspanning en ging richting thuis.
5:
Een nieuwe dag
Angela werd wakker en hoorde geknor naast haar in
bed. Normaal snurkt Manuel toch niet zo
luid. Het bleek dat Manuel niet aan het snurken was maar dat zijn maag
knorde. Ze begon hem te porren. ‘Hallo slaapkop, wakker worden.’ Manuel schrok wakker en sloeg met een niet
ingecalculeerde beweging Angela in het gezicht. Gelukkig was het geen harde
klap. Geschrokken van zijn reactie, gaf Angela hem een klap terug. ‘ Ook
goedemorgen.’ Manuel ging rechtop zitten. ‘Sorry schat, ik dacht echt dat je me
weer ging bijten.’ Hij keek naar de wekker, 11:30. ‘Gelukkig heb ik het
overleeft’, en hij gaf een zucht van opluchting. ‘Ik heb zelf ook niets meer
gemerkt, dat is toch alleen maar goed.’ Ze knuffelde haar man en gaf hem een
kus. Nu hoorde ook Manuel zijn maag knorren. ‘Ik geloof dat het tijd is voor
ontbijt.’
‘Goed lieverd, ik begin alvast met de koffie, maar eerst kijken of onze kleine
man wakker is.’
Normaal zou Robin allang uit zijn bedje zijn geklommen om bij papa en mama in
bed te kruipen. Wat vreemd, de deur is
dicht. Normaal was Robin’s deur altijd helemaal open. Angela deed
voorzichtig de deur open, alles was nog donker. Elk moment kon ze de kleine
deugniet verwachten. De laatste keer had hij zich achter de deur verstopt en
had hij zijn moeder de schrik van haar leven gegeven. Het was verdacht stil. Er
kwam geen verrassingsaanval. Voorzichtig ging Angela’s hand naar de lichtknop.
Haar gevoel zei dat er iets mis was en ze trilde over haar hele lichaam terwijl
ze de lichtknop zocht. De spaarlamp kwam langzaam op gang en binnen enkele
seconden werd Angela geconfronteerd met een verschrikkelijk zicht.
Angela zakte door haar knieën, ze wou schreeuwen en
ook al ging haar mond wagenwijd open, een geluid bleef uit. Ze huilde en snot
en speeksel liepen langs haar mond. Wat ze in die kamer zag was ieder ouders
nachtmerrie. Het dekbed van Robin lag in de hoek van de slaapkamer. Het bed
zelf zag eruit alsof er een kip was geslacht. Helaas zat ze er niet ver
vandaan. Bloed was zichtbaar op de matras en het grotendeel was ingetrokken,
echter was het wel nog vochtig en dropen er druppels langs de zijkant van het
bed. Angela kon alleen maar botten detecteren, maar ze wist dat deze van Robin
waren. Er was geen spoor van vel of ingewanden. Angela begon aan haarzelf te
twijfelen. Nadat ze haar eigen partner had gebeten, ging nu iets anders door
haar hoofd. Wat als zij in haar slaap Robin heeft opgegeten? De gedachte was
volkomen losgeslagen, maar welke andere conclusie moest ze hieruit trekken. Op
dat moment dacht ze de kluts helemaal kwijt te raken. In een waas van
ondoordachte woede zocht ze naar een scherp voorwerp, iets waarmee ze zich van
haar leven kon beroven, hier en nu. Ze kon niet leven met de gedachte dat zij
haar eigen kind had verorberd, in welke staat dan ook. Robin’s kamer bleek niet
de goede toevlucht te zijn voor scherpe objecten. De badkamer, daar zouden
zeker nog wat mooie scheermesjes liggen. Ze stond op van haar knielende positie
en deed het licht weer uit. Terwijl ze richting de badkamer ging keek ze kort
haar slaapkamer in. Ze opende de badkamer en maakte het licht aan. Ze begon
alle kastjes open te trekken en vond bij Manuel’s spullen een gebruikt
scheermesje. Angela zette het verticaal op haar linker pols. Het mesje zat al
in het vlees toen ze zich iets realiseerde, ze legde het mesje in de wasbak en
ging terug naar haar slaapkamer. Manuel lag niet meer in zijn bed. ‘Manuel?
Schat, waar ben je?’ Er kwam geen antwoord en de klerenkast was door elkaar
gehaald. ‘Zit je in de kast? Kom alsjeblieft uit de kast!’ Hij zat ook niet in
de kast.
Angela rende -met een snelheid waar Houssain Bolt
jaloers op zou worden- de trap naar beneden. Manuel was ook niet in de keuken
noch in de huiskamer. Ze opende de deur naar de gang en zag dat de voordeur
wagenwijd open stond. Waar kan hij naar
toe zijn? Ze liep naar de telefoon en belde de politie, dit werd een
vreemde verklaring.
Een paar kilometers verderop. ‘Welkom bij McDonalds,
hoe kan ik u van dienst zijn?’ De verkoper keek naar een bezwete man die er
niet goed uitzag. ‘Hamburgers, schiet op.’ De jonge knul krabde zijn
achterhoofd. ‘U moet iets specifieker zijn, wilt u een menu of alleen een
hamburger, we hebben verschilde opties.’ De man greep de fastfood medewerker
bij de kraag: ‘Geef me eten, nu!’ De jongen plaste van schrik in zijn broek en
knikte naar de man. Hij liep naar de keuken en overlegde met zijn manager,
terwijl hij de man aanwees. De manager was standvast, klant is koning, dus
werden er hamburgers gebracht. De man begon met een appetijtelijke drang te
schrokken. Hij wenkte voor bekers cola om de hamburgers beter te laten glijden.
De medewerkers en klanten keken allemaal vol verbazing hoe de man de ene naar
de andere hamburger naar binnen werkte. Het leek wel of hij een honger had die
niet gestild kon worden. ‘Meer’, riep hij, ‘meer.’ De manager liep naar hem
toe. Hij vond het leuk en wel dat de man zoveel honger had, echter vond hij
belangrijker om te weten of hij ook de liquide middelen bezat om voor deze
maaltijd te betalen. In zijn eetbui gooide de man zij creditbank op de toonbank.
Na controle bleek dat er meer dan tienduizend euro opstond, dus hij kon nog wel
even doorgaan.
En zo verstreek er een half uur, een einde kwam niet
in zicht. Op dat moment ging de deur open en daar stond Manuel. Hij had de
zelfde blik in de ogen als de vretende gast die al aan zijn vijftiende
hamburger bezig was. Manuel liep door het restaurant richting de toonbank en
ging naast de man zitten. Aarzelend kwam een medewerker naar hem toe. ‘Wat mag
het zijn?’
Manuel keek hem met een verwilderde blik aan. ‘Ik neem hetzelfde,’ terwijl hij
naar de stapel hamburgers wees. De jongeman slikte en ging terug naar de
keuken. De twee mannen keken elkaar aan. In plaats dat er een moment van
rivaliteit zou ontstaan, werd er een band gesloten. De schrokkende man gebaarde
naar Manuel om alvast één van zijn hamburgers te nemen. Manuel nam zijn eerste
burger en het zou niet zijn laatste zijn.
De politie arriveerde rond één uur bij Angela. Ze
was volkomen in paniek, maar toch probeerde ze uit te leggen wat gebeurd was.
De twee agenten luisterde vol afschuw naar de details die zij te vertellen had.
Gezamenlijk gingen ze naar de slaapkamer van Robin, waar inderdaad het verhaal
van Angela werd bevestigd. ‘Het is toch niet meer normaal,’ zei één agent,
‘eerst een vrouw die beweerd dat ze haar katten heeft gebeten, terwijl de
katten spoorloos zijn en nu dit.’ De andere agent nam zijn pet af en schudde
zijn hoofd van onbegrip.
‘Er zal zo gauw mogelijk een forensisch team komen om deze kamer te
onderzoeken. Ik wil u verzoeken zelf niet meer deze kamer te betreden.’ Angela
knikte snikkend ja. De dienstdoende agent nam haar in de armen en kalmeerde
haar. ‘Kunt u ergens terecht? Dit huis is op het moment niet de beste plek om
te kalmeren.’ Angela veegde haar tranen af. ‘Mijn broer, ik wil naar mijn
broer.’ De agent knikte en begeleide haar naar de politieauto.
De McDonalds vestiging in Het Dal had inmiddels meer
publiek geworven. Het nieuws van twee onverzadigde mannen had snel de ronde
gedaan en zelfs de lokale tv zender was aanwezig bij het tafereel. De blonde
stoot Jody Wild deed verslag. ‘Dit is Jody Wild, live vanuit de McDonalds
vestiging hier in Het Dal, waar zich sinds de vroege middag twee mannen
gezamenlijk al veertig hamburgers hebben gegeten en het eind is nog lang niet
in zicht. Ik zal eens kijken of ze commentaar willen geven.’ Ze liep richting
Manuel. ‘Dag meneer, wat is uw naam en wat wilt u hiermee bereiken?’ Manuel
negeerde haar volledig en at door. Jody visueel geïrriteerd, ging dichterbij en
vroeg de vraag opnieuw. Deze keer kreeg ze een flinke klap van Manuel en vloog
ze een paar meter achteruit en duwde zelf haar cameraman om.
De politieauto stopte voor het huis van Robert en
Jessica. Robert stond achter het raam te kijken en zag zijn zus uit de wagen
stappen. Hij opende meteen de voordeur. ‘Angie, is alles in orde?’ Ze schudde
hevig nee en sloot zich in Robert’s armen. De agent in de bijrijderstoel deed
zijn raampje omlaag; ‘kunt u uw zus een tijdje opvangen?’ Robert deed zijn duim
omhoog, de agent knikte en ze reden verder.
Eenmaal binnen vertelde Angela het hele verhaal. Robert was met stomheid
geslagen en ook bij hem liepen de tranen langs zijn wangen. ‘Verdomme zus, wat
is er in hemelsnaam met ons aan de hand?’ Angela bleef maar met haar hoofd
schudden. ‘Ik weet het niet, ik weet het echt niet.’
‘Ik ben bang dat dit nog niet alles is’, ging Robert verder. Angela snapte niet
precies wat hij daarmee bedoelde. Hij gebaarde haar om op te staan en hem naar
boven te volgen, naar zijn slaapkamer.
‘Inmiddels hebben wij een telefoontje ontvangen van
één van onze kijkers en heeft de man die mij geslagen heeft geïdentificeerd als
Manuel DeLonge, blijkbaar een bekend schrijver, tenminste bij sommige mensen.
Ik sta hier naast de manager van deze vestiging, die vandaag een wereldomzet
maakt. Hoe is het voor u om twee van deze gefocuste eters in huis te hebben?’
‘Het is echt fantastisch Jody. Ik ga ervan uit dat het een reclame stunt is,
maar het is goed voor ons bedrijf, dat ieder geval wel.’
‘Heeft u wel genoeg vlees op voorraad, om deze mannen te blijven voeden?’
‘Er is zeker genoeg, en eens zullen ze wel verzadigd moeten raken, toch?’
‘Dat is een vraag die ik als veganist helaas niet kan beantwoorden.’
‘Ach Jody, niet iedereen is perfect, ik hoop alleen dat ze een goede fooi
geven.’
Jody kon die opmerking niet helemaal accepteren en kapte meteen het interview
met de manager af en richtte zich naar de toeschouwers.
Angela en Robert stonden voor de slaapkamerdeur. ‘Ik
waarschuw je, laat je niet inpalmen.’ Angela snapte het nu helemaal niet meer.
Robert maakte de deur open en er kwam al meteen geschreeuw van de kamer
vandaan. Angela schrok van wat ze zag. Jessica lag met handen en voeten
vastgebonden aan het tweepersoonsbed. Haar armen waren vastgemaakt doormiddel
van handboeien –deze hadden ze toevallig in het nachtkastje liggen- en de benen
waar aan het uiteinde van het bed vastgebonden met een sterk touw. Jessica’s
maag knorde wild en ze schreeuwde als een opgefokte baviaan. ‘Geef met verdomme
iets te eten! Ik ga kapot. Robert als ik los kom dan vreet ik die zus van je
op!’ Haar ogen waren helemaal rooddoorlopen en speeksel liep langs haar mond.
Robert nam zijn zus weer mee naar de gang en sloot de deur weer. ‘Wat is er
gebeurd Robbie?’
‘We zaten vanmorgen aan het ontbijt, alles leek zo normaal. Opeens ziet ze de
krantenjongen die de zondagskrant rondbrengt langslopen en ze stormde als een
gek naar de voordeur. Die arme gast moest de krant goed door de brievenbus
duwen en Jessica pakte zijn arm vast en beet er vervolgens in. Hij trok zijn
arm terug, ze maakte de deur open en wilde hem achterna rennen, maar ik kon
haar nog net vanachter vastpakken en met veel moeit heb ik haar aan het bed
vastgeketend. Je kunt mij alles wijs maken, maar dit alles is niet normaal. Ik
hoop alleen niet dat die jongen terugkomt met zijn ouders. Dit is iets wat ik
zelf wil oplossen.’ Ze gingen terug naar de woonkamer en terwijl Robert voor
hun beide koffie zette, schakelde Angela de tv in. Misschien dat er zich nog
meer “vreemde” situaties hadden voorgedaan. Ze zapte een paar keer naar een
andere zender, totdat ze bij de lokale zender van Het Dal terecht kwam.
‘Dit is Jody Wild en het derde uur met het live
verslag vanuit de McDonalds vestiging waar twee mannen zich wagen aan het
wereldrecord hamburgers eten. Ze hebben het niet officieel bevestigd dat dit
het doel is maar daar lijkt het wel op. Ondertussen is de identiteit van de tweede
man ook bekend. Patrick Verburg, 32 jaar oud en leraar Engels. De andere
persoon is Manuel DeLonge, een lokale auteur. We hebben nog geen contact gehad
met de familieleden van deze twee eetmachines, bij deze een oproep, bent u
partner of familie van één van deze twee heren kom dan naar de vestiging aan de
Kalfstraat en steun ze in deze actie.’
Angela liet de afstandsbediening uit haar hand
vallen en versteende. Robert had de knal gehoord en rende naar zijn zus. Hij
nam haar vast en schudde haar voorzichtig. ‘Angela, hey, wordt wakker.’ Ze ging
langzaam met haar arm omhoog en wees naar de tv. ‘Manuel’, zei ze op een
comateuze manier. ‘Wat?’ Robert keek naar de tv en zag Jody Wild –waar hij
vorige week nog een erectie van had gekregen, toen ze die witte doorkijk bloes
droeg- en snapte niet wat zijn zus
bedoelde. ‘Ik begrijp het niet, wat is met Manuel.’ Opnieuw wees ze weer naar
het tv-scherm en toen zag Robert het ook. ‘Mijn God, de wereld is
doorgedraaid.’
Angela was met stomheid geslagen, en het haar eerste ingeving was om naar
Manuel te gaan en hem mee naar huis te nemen. Robert hield haar echter tegen;
‘het is niet veilig voor jou om nu daar naar toe te gaan. Wat er ook aan de
hand is, dat is niet de Manuel die jij kent en als je me niet gelooft ga je nog
maar eens kijken naar Jessica. Zeg me dan maar wie ze wel allemaal op een
rijtje heeft.’ Ze was niet blij met de uitleg van haar broer, want het was in
strijd met wat zij wilde. Ze kon er niet goed tegen dat haar zin niet werd
geaccepteerd. ‘Luister’, zei Robert fel, ‘je bent op dit moment zo labiel als
de pest, met alles wat er vandaag gebeurd is, kun je beter binnen blijven.’
Angela barste in huilen uit. Robert duwde haar hard tegen hem aan. ‘Ik weet het,
laat je het maar eruit. Laten we het zo afspreken, als jij hier op Jessica
“past” dan ga ik naar de Kalfstraat en zal Manuel tot een halt roepen.’ Angela
keek omhoog met bedroefde ogen. ‘Ok, breng hem alsjeblieft thuis.’
‘Ik zal mijn best doen.’ Ze pakte hem met een ruwe kracht bij de kraag.
‘Beloof het me!’
‘Ik herhaal, ik zal mijn best doen.’ Ze liet haar broer los en ging op de bank
zitten. Robert pakte zijn jas en ging naar buiten. De Kalfstraat was vanaf zijn
woning ongeveer een half uur lopen, dus hij maakte vaart.
6:
Honger
Terwijl Robert op snelwandel tempo onderweg was,
constateerde het filiaal op de Kalfstraat een ander probleem. Tijdens de
vreetbui van Manuel en Patrick werden de
mensen –of te wel, publiek- ook van eten voorzien. Dit resulteerde dat de
voorraad haast op was. De filiaalmanager had gebeld met zijn collega in een
ander filiaal en het zou zeker een uur duren voordat zij hun voorraad konden
afleveren.
‘In ieder geval bedankt John, ik zie je zo snel mogelijk.’ Hij legde de
telefoon neer en sprak zijn medewerkers aan. ‘Mensen, er is een probleem met de
levering, het zal zeker een uur duren.’ Er ontstond geroezemoes tussen de
collega’s. ‘Iemand moet onze “vriendelijke” gasten het slechte nieuws gaan
vertellen.’ Iedereen keek om zich heen, maar niemand regeerde. Niemand wilde
zijn of haar minimumloon op het spel zetten. De manager gaf een diepe zucht,
‘jullie hebben al gestemd merk ik’, hij zette zijn petje op en probeerde te
lachen.
De twee veelvraten zaten nog te schrokken aan een portie hamburgers. De manager
ging achter hun staan en probeerde de aandacht te trekken. Hij tikte beide
mannen op de schouders, maar ze keken niet op. Een paar minuten bleef hij erbij
staan. Inmiddels waren ze klaar met de portie, deze keer draaide ze zich wel om
naar de manager. ‘Hebben de heren genoeg gegeten?’ Vroeg hij op goed geluk. De
mannen zagen er grauw en ongezond uit, saus en hamburgervlees hingen langs hun
mondhoeken. ‘Meer, honger’, gaven ze aan
in een simultane reactie. De manager stond te trillen op zijn benen en
aarzelend zei hij: ‘Er is op het moment niet meer, binnen een uur heeft u weer
eten ik beloof het.’ Er kwam een luid gegrom van het duo, ze waren het hier
niet mee eens. ‘Meer! Nu!’ Er kwam furie uit hun ogen en keken de angstige
manager indringend aan. ‘Er… is… op… het… moment… Whaaa.’ Het geduld van de
twee mannen bleek op te zijn. De manager had nog een dappere poging gedaan om
weg te rennen, maar werd met volle kracht besprongen door twee heren van
minstens 80 kilo elk en aangezien wat ze net hadden gegeten, konden daar nog
wat kilo’s bijgeteld worden.
Het personeel en andere omstanders probeerde in te
grijpen, maar voor gevaar van hun eigen leven bleven ze op een veilige afstand.
Eén medewerker probeerde de held uit te hangen met een bezem. Die werd binnen
een seconde uit zijn hand gerukt door Patrick en met volle kracht terug
gegooid. De arme jonge van nog geen achttien werd gespietst en sloeg met zijn
hoofd tegen de kassa.
Terwijl Robert het restaurant binnen kwam nadat hij
zijn longen uit het lijf had gerend, rukte Manuel juist die van de manager
eruit. Robert schrok van het tafereel. ‘Manuel doe dit niet, zo ben je niet.’
Manuel reageerde niet meer op zijn naam. Het leek erop dat de honger zijn
complete persoonlijkheid had geconsumeerd, er was geen greintje herkenning
meer. De arme manager was inmiddels niet meer herkenbaar en eindelijk
arriveerde de politie. Ze kregen commentaar van de mensenmassa, waarom ze zo
laat aankwamen. Een ruwe ongeschoren agent in een lange leren jas had blijkbaar
de leiding en negeerde de opmerking. Hij had een collega bij zich die wel zijn
agentenuniform droeg. De ongeschoren botterik begon te spreken: ‘Graag wil ik
iedereen verzoeken om aan de kant te gaan. Mijn naam is Mulligan, ja dat is
Iers, en nee ik beantwoord geen vragen. Dit is mijn partner, zijn naam is niet
van belang op dit moment, ik wil u graag verzoeken afstand te houden van deze
show. Dus graag allemaal een flink stuk naar achter.’ Het starende publiek gaf
geen erkenning aan de waarschuwing van Mulligan en keken verder naar het schokkend
tafereel. Ondertussen nam Mulligan een dubbelloops jachtgeweer onder zijn jas
vandaan schoot een gat in het plafond. De mensen schrokken van de onverwachte
knal. ‘Ik herhaal mezelf geen tweede keer.’ Zeer professioneel liepen de
toeschouwers naar achteren onder begeleiding van de naamloze collega.
De twee veelvraten hadden niet op het schot gereageerd. Zij waren nog steeds bezig
met -Manuel haalde een naamkaartje uit zijn mond- Paul de manager. Mulligan
kwam dichterbij het Grande Bouffe en
gaf hun orders om te stoppen met waar ze mee bezig waren. Robert stond
beduidend dichterbij Mulligan dan rest van de mensen en gaf aan dat ze niet
luisterde en alleen op eten uit zijn. Mulligan stak zijn jachtgeweer richting
Robert. ‘Dit is Sandy, en Sandy houd niet van praters. Over praters gesproken,
waarom sta je niet bij de rest van het vee, ben je suïcidaal,
michelin-mannetje?’ Die grap had Robert al zeker… twee weken niet meer gehoord.
Hij probeerde duidelijk te maken dat Manuel zijn zwager is. Mulligan deed het
geweer bij Robert’s gezicht vandaan en richtte het op Patrick –die aan de dikke
darm was begonnen- en schoot op zijn hoofd, dat explodeerde dankzij het zware
kaliber hagelkogels. Het lichaam van Patrick viel op de grond en schokte nog
enkele seconde na. Uit de nieuwe opening spoot het bloed alle richtingen op en
kwam terecht op een aantal medewerkers, die vol afschuw naar de afwasbak
renden.
‘Was dat uw zwager?’ Mulligan genoot blijkbaar van zijn actie, er kwam een
voldane grijns op zijn gezicht, terwijl hij Sandy opende en twee nieuwe
patronen in haar stopte. ‘Ze vind het lekker, twee tegelijk.’ De grijns werd
nog groter. Robert had woede in zich die hij niet liet zien aan Mulligan. Hij
wist dat Manuel de volgende zou zijn. Manuel die nog steeds op de vloer zat,
ongestoord te genieten van zijn maaltijd. Mulligan sloeg de loop dicht, Sandy
was weer geladen. Hij richtte haar nu op Manuel. ‘Tijd dat je terug gaat naar
de hel waar je vandaan komt.’ Mulligan’s vinger zat tegen de trekker. Net op
het juiste moment sloeg Robert de loop van Sandy omhoog, dit resulteerde in nog
een gat in het plafond. ‘Manuel, ren!’ Wat het ook mocht zijn wat Robert deed,
het had effect. Manuel reageerde op zijn stem en detecteerde het gevaar. De
verwilderde blik toonde even een
gehoorzaamheid van een getrainde hond. Hij stond op en rende langs de
loonslaven via de keukendeur naar buiten.
Mulligan viel achterover van de onverwachte actie van Robert en ook hij zag een
losgeslagen mens wegrennen. ‘Wat is mis met je? Ik had dat ding in mijn
vizier.’
‘Dat ding is mijn zwager en ik heb mijn zusje mijn woord gegeven om hem terug
naar huis te brengen. Proberen naar huis te brengen, in ieder geval.’ Omdat
Robert netjes was opgevoed gaf hij Mulligan zijn hand en trok hem omhoog.
Mulligan veegde ondertussen wat plafond van zijn jas af. ‘Met alle respect Stay Puffed, ik weet niet of je het
gezien hebt, maar dat waren geen mensen meer. Het zijn beesten en als die vals
worden dan worden ik en mijn Sandy boos.’
‘Maar moet er eerst niet onderzocht worden wat er met hem aan de hand is?’ Mulligan
moest ervan lachen. ‘Dit is geen tv-serie zoals Big Bang Theory, waar forensische
wetenschappers alles gaan onderzoeken.’ De dikke naamloze agent kwam ertussen;
‘Big Bang Theory is eigenlijk een komedie, u bedoelt waarschijnlijk Crime Scene
Investigation.’
‘Hou je mond en ga verder met je werk, ik heb hier geen tijd voor. Waar was ik?
O ja, ik ging je vertellen wat er aan de hand is.’
7:
Wat er aan de hand was volgens Mulligan
Het is zondagmorgen. Ik lig lekker te dromen. Ik ben
getrouwd en mijn droom ging over andere vrouwen, want dat is normaal als je
getrouwd bent. Had ik je al verteld dat ik vandaag helemaal geen dienst had? Ik
had dus “eigenlijk” geen dienst, maar mijn telefoon had andere plannen.
Aangezien het kreng op het nachtkastje van het andere kreng staat, pakte dat
kreng dan ook het kreng op. Op afstand hoorde ik al dat het de hoofdcommissaris
was. Op de wekker stonden vier nullen te knipperen. Onze maandelijkse stroomuitval
had ervoor gezorgd dat ik geen kennis van tijd had. Marilyn – haar naam is trouwens
het enige wat ik mooi vind van mijn vrouw- wilde mij de hoorn aangeven. Wij
hebben nog een ouderwetse telefoon met snoer, dus ik moest dichter tegen mijn
vrouw kruipen, terwijl ik de haak overnam, voelde zijn iets hards in haar zij
porren. ‘Het kan dus toch,’ zei ze op een ironische toon. Geïrriteerd zei ik,
‘ja?’
‘Mulligan, met Verbeek. Ik wil dat je nu meteen naar het bureau komt, we zitten
met een situatie.’
‘Weet je wel hoe laat het is?’
‘Kijk op je wekker!’
‘Maar die is,’ nog voordat ik mijn zin kon afmaken werd ik afgedaan met een
pieptoon. Ik vind mezelf al een klootzak, maar mijn baas is de Peetoom van alle
klootzakken. Een kale met rottende tanden oude man die allang met pensioen had
moeten gaan. Langzaam kwam ik overeind. Mijn vrouw sliep alweer en kon ik een
lekker ontbijt wel op mijn buik schrijven.
Binnen vijf minuten stond ik aangekleed in de
woonkamer. Het was toch al acht uur, ik had het later verwacht. Snel at ik een
halve croissant die nog op het aanrecht lag, deze deed ik afspoelen met een
glas water. Hierna pakte ik mijn mooie leren jas en ging naar mijn dienst auto.
Bij het starten van de auto ging de politieradio meteen over. ‘Mulligan, Tabitha hier, Verbeek wilt dat je
hem vergezelt aan de Hyacintstraat nr. 30. Over.’
‘Mulligan is onderweg. Over en uit.’ Ik vond het knap dat Verbeek al op de
plek van het misdrijf was. Dit moest geen normale zaak zijn, want normaal komt
hij met die dikke reet achter zijn bureau uit.
Als je de Hyacintstraat een beetje kent, dan weet je
dat deze in de achterbuurt van Het Dal ligt. Tachtig procent van alle gevallen
in verband met criminaliteit spelen zich daar af. Zou het een grote drugs inval zijn of een
burenruzie? Ik was in ieder geval benieuwd waarom Verbeek mij perse nodig had.
Toen ik aankwam was er al een mediacircus aanwezig, geleid door datzelfde
blonde stoot wat nu hier verslag aan het doen is. Ze weet nu nog steeds niet
wat er aan de hand is, dom wicht. Verder waren er een drie dienst wagens en er
stond een ziekenwagen paraat. Ik werd tegen gehouden door twee collega’s die na
het zien van mijn gezicht me meteen door lieten rijden. Ik parkeerde de auto en
nam mijn entree in het huis. Bij de eerste stappen weet je al meteen wat het
geval is; de dood. Als je al zo lang politiegent ben ruik je de dood binnen een
aantal seconden. Mijn dikke partner stond in de gang en begeleide me naar
Verbeek. ‘Hij is in de woonkamer, het is geen prettig zicht.’ Dat is het nooit. Echter toen ik mijn
entree maakte kon ik me nooit voorbereid hebben op het tafereel dat ik zag.
Verbeek stond bij wat leek op twee slachtoffers. In
het hoekje van de kamer zat een gezette man in elkaar gezakt, zachtjes te janken.
Een politiepsycholoog sprak rustig tegen hem, maar hij reageerde niet op haar
woorden. Op de grond lag een meisje van ongeveer veertien jaar oud, het zag
erna uit dat er een flinke hap uit haar borstkast was genomen. Naast het meisje
lag een oudere vrouw, met een kachelpook door haar rechteroog. Ik moest
kokhalzen, maar kon het gelukkig in bedwang houden. ‘Verdomme Tom, wat is hier
gebeurd?’
Verbeek pakte zijn aantekeningenboekje erbij. ‘Er werd een melding gedaan door
de buren over mogelijk huiselijk geweld. Je partner is degene die als eerste
ter plekke was en trof meneer daar in een grote shock aan. Moeder en dochter
waren toen al dood.’
‘Heeft hij iets losgelaten?’
‘We hebben niet veel inzicht gekregen, maar volgens hem viel zijn vrouw hun
dochter aan, beet haar een aantal keer en om zijn dochter te beschermen nam hij
de kachelpook om zijn vrouw te kalmeren. Die belandde in haar hoofd en ze was
op slag dood. Dochter had nog een paar schokken gegeven en daarna is zij ook
overleden.’ Op het moment was ik even sprakeloos. Het komt niet vaak voor dat
iemand in een ruzie overgaat ik bijten alsof ze een wilde hond zijn.
De lijkenschouwer, Van Houten, deed het
doek over de dochter. ‘Mary, Mary.’ De vader riep haar naam een paar keer.
‘Sorry’ , zei van Houten, ‘ze kan u niet meer horen.’ Op dat moment zag ik een arm
bewegen, die onder het doek vandaan kwam. ‘Eh, van Houten, volgens mij leeft ze
nog.’ Hij keek me onder zijn montuurtje
door aan; ‘Mulligan, je bent al laat, en nu moet je ook weer aanwezig zijn met
je grapjes?’ Hij lette niet op, het doek kwam langzaam omhoog en Verbeek zag
het ook. ‘Van Houten ik denk dat je beter even…’ Nog voordat Verbeek zijn zin
kon afmaken sprong Mary onder haar doek vandaan en viel Van Houten aan. Ze beet
hem in zijn nek en het bloed spoot tegen de muur. Verbeek, mijn partner en ik
reageerde snel en haalde onze wapens uit de holsters. We losten het vuur op
Mary en ze viel weer neer. Hopelijk bleef ze deze keer wel dood. De aanwezige
broeders renden naar Van Houten die zelf nog druk op zijn wond kon houden.
Verbeek en ik keken elkaar met een verbijsterde blik
aan. Zoiets hadden we nog nooit meegemaakt. Terwijl de broeders hun werk deden
en de lijken van moeder en dochter naar de ziekenwagen brachten, checkte ik bij
Van Houten, die met zijn hoofd omlaag op een kruk zat. Gelukkig viel de wond
mee. ‘Gaat het Joseph?’
‘Het gaat wel, er zijn geen hoofdaders geraakt. Ik vraag me echt af wat er hier
is gebeurd.’
‘Dan ben jij niet de enige. Ik raad aan dat je met de jongens meerijd naar het
ziekenhuis en je daar even verder laat onderzoeken, voor de zekerheid.’ Van
Houten stond op, Verbeek begeleide hem naar buiten. Ik ging naar de psychologe
die nog steeds bezig was met de vader. ‘Ingrid, stop er maar mee. We brengen
meneer naar het politiebureau en gaan daar met hem verder, het is beter voor
hem dat hij iets anders ziet dan het bloed van zijn vrouw en dochter. Ingrid
knikte en probeerde de man overeind te krijgen. ‘Volgt u mij maar, we gaan naar
het bureau, daar kunt u proberen op rust te komen.’ De man liep zwijgzaam met
Ingrid naar buiten. Natuurlijk stonden daar een hoop verslaggevers die een
verklaring wilde. Ingrid wist de man goed tegen hun te beschermen. Verbeek
verzocht mij mee te gaan en een ondervraging op te zetten met de man. Op weg
naar mijn auto werd ik aangehouden door Jody Wild en haar vaste cameraman. ‘Mulligan,
Peter, kun je me vertellen wat er hier gebeurd is? Is Marco West schuldig aan
dubbele moord?’ Ik had ooit een interview met haar gedaan over het politiekorps,
sindsdien denkt ze dat ik de vaste bron ben voor al haar informatie. ‘Sorry
Jody, ik weet zelf niet eens wat er zich hier heeft plaatsgevonden. Ik raad aan
dat je wacht op de officiële persverklaring, later.’ Terwijl ik de auto
instapte, bleef ze me lastig vallen. ‘Maar je moet toch iets weten, ik hoorde
het woord virus vallen.’ Met gefronste wenkbrauwen keek ik haar aan. ‘Als het
een virus was dan lag jij al lang te schuimbekken Jody. Wil je me nu excuseren
of moet ik je cameraman omver rijden?’ Ze stak haar tong naar me uit en zette
een paar stappen achteruit, daarna maakte ze een elegante buiging, gevolgd door
een middelvinger. De cameraman grinnikte, want die lul had nu alles op band
staan. Ik deed mijn raam open en stak Sandy naar buiten. ‘Mag ik die band
alstublieft?’ Hij stribbelde zwaar tegen. Die hippie begon te spreken over
persvrijheid en dergelijke. ‘Sandy houd van privacy’, en ik stak de dubbele
loop in zijn gezicht. ‘Ok, ok, chill dude,
hier heb je hem al. Ik ben een pacifist.’ Ja dat zijn alle linkse hippies, red
de planeet en wat nog. Het werd tijd om naar het bureau te gaan.
Onderweg kreeg ik via de radio te horen dat Marco
West was gearriveerd op het politiebureau. ‘Mulligan,
ben je nog onderweg? Over.’
‘Ja, maar ik ben er binnen vijf minuten. Tot zo Tabitha.’ Het was even stil in
de wagen toen kraakte de radio weer. ‘Je
bent vergeten “Over” zeggen.’ Tabitha leeft volgens de regels, maar ze is
wel een spontane meid. ‘Ik neem je wel een donut mee, over.’ Weer bleef het
even stil, dat doet ze altijd om mij te pesten. ‘Mmm lekker. Over en uit.’
Ik was een paar straten van het politiebureau vandaan en het plan was om het
verhoor snel af te handelen, zodat ik van mijn vrije middag kon gaan genieten. Op
het moment dat die gedachte door mijn hoofd ging gebeurde alweer iets vreemds.
Ik stopte bij een voetgangerspad en zag een man vanuit het park mijn kant op rennen.
Hij rende de straat over, schreeuwend. Hij had kleerscheuren en bloede aan zijn
armen en zijn haren zaten helemaal wild, alsof hij gevochten had. Hij
struikelde recht voor mijn wagen. Ik schrok ervan en stapte uit om te kijken
hoe het met de man gesteld was. De geur van zweet penetreerde mijn
geurpupillen, het leek erop dat hij al een stukje gerend had. Ik pakte hem bij
zijn arm vast en hing hem over mijn schouders. Hij had een klein gedrongen
postuur, Aziatische afkomst en zeker rond de vijftig. ‘Voorzichtig, gaat het?’
Hij keek me verwilderd aan, het leek
erop dat hij helemaal de kluts kwijt was. ‘Ik moet weg hier, ze zitten achter
me aan.’
‘wow, wow, even rustig Uncle Ben, wie zit achter je aan?’ Hij begon tegen te
stribbelen en wilde zich van mij losmaken. ‘Nee! Ze komen!’
‘O.k. je mag mee naar het bureau, daar ben je veilig en dan kunnen we kijken
wat er met jou aan de hand is.’ Zijn verzet werd erger en hij begon me zelfs te
slaan. Terwijl ik mijn politiestok in mijn handen nam wees de man richting het
park, ‘het, het is te laat!’
‘Waar heb je het in hemelsnaam’, en toen draaide ik me om, ‘over?’ Heel even
dacht ik een fata morgana te zien (in het midden van de stad, moet je nagaan)
maar het was wel degelijk echt. Er kwam vanuit het park een stoet van ongeveer
vijftien katten onze kant uit. Ze maakte een gezamenlijk crawlend geluid, het
klonk vreselijk en harmonieus tegelijk. Een gepaste What the fuck kwam van mijn lippen. Die beesten leken wel van de
dood te zijn herrezen, vies en onverzorgd. Tijdens mijn verbazing liet ik de
Aziatische man los en hij begon weg te kruipen, de arme man kon niet meer eens
lopen. Ik liep terug naar mijn wagen om een melding ervan te maken en eveneens
de dierenbescherming te waarschuwen.
De stoet kwam nu wel zeer dichtbij en richtte zich
tot de oude man. Hij schreeuwde constant “nee!”, maar het mocht niet baten.
Vijftien katten besprongen hem en begonnen te krabben en bijten. Een jong stel
kwam vanuit een zijstraat aangelopen en staarde naar het tafereel. ‘Maak dat
jullie weg komen nu!’ Ze dachten geen twee keer na en renden een andere straat
in. Ik had Sandy al in mijn handen genomen en vuurde een schot in de lucht, in
de hoop dat de beesten zouden schrikken en wegrennen. Maar nee, ze bleven zich
aan de man voeden, die onderhand was bezweken aan zijn verwondingen. ‘O.k.
freaky kitties, hier gaan we dan. Mijn eerste schot raakte twee katten tegelijk
en ze vlogen een paar meter door de lucht. Ze kwamen met hun hoofdjes (en dus
niet hun pootjes) terecht op het asfalt en hun hersentjes spatte uit hun
schedeltjes. De rest van de stoet focuste zich nu niet meer op Uncle Ben, ze
hadden nu alle aandacht voor mij. Langzaam kwamen ze op mij af gekropen, als
echte jagers. Er overheerste een moment van machteloosheid terwijl ik Sandy
herlaadde en dacht voor een moment dat ik er geweest was.
Nooit had ik gedacht dat ik blij zou worden van het geluid van die opgevoerde Hummer. Hij
kwam aanrijden met een hoge snelheid. Binnen drie seconden was er van de katten
alleen nog maar puree over. De Hummer remde fors af. Ik had die wagen al ontelbare
keren laten stoppen en zeker 25 bonnen voor uitgeschreven. Tim Bertolucci
stapte nonchalant uit. ‘Zo Mulli, laat je nu wel die boetes vervallen?’
Legerschoenen, camouflagebroek, t-shirt van
Metallica, geitensik, kaal hoofd, professor brilletjes en 33 jaar. Tim
Bertolucci, de grootste Hell’s Angel wannabe van Het Dal. Het is een apart
figuur, maar ik kan buiten alle overtredingen goed met hem opschieten. ‘Dank je wel Timmy, ik zal eens kijken wat ik
voor je kan betekenen wat die bonnen betreft. Het is een chaos vandaag.’ Tim keek
me begrijpend aan. ‘Ik weet er alles van. Via de politieradio hoorde ik het
bericht van Marco West en toen ik naar buiten ging om de krant aan te nemen; wilde
de krantenjongen mij bijten.’
‘Apart, ik zie geen bijtafdrukken.’
‘Ik had mijn brievenbus uit de grond getrokken, laat ik het zo zeggen, die
jongen zal geen kranten meer rondbrengen. Na dat ik klaar was Vlad de impaler
uit te hangen zag ik een paar katten over de straat strompelen en dacht bij
mezelf “Tim, dit ziet er niet goed uit. Het ziet er naar uit dat we met een
plaag te doen hebben, je weet wel zoals in die George A. Romero films.’
Eerst Jody en nu kwam hij ook nog met die onzin aanzetten? ‘Ik had gehoopt dat
jij wat slimmer was dan die blonde nieuwspresentatrice?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Jody Wild begon ook al over een virus. Als het een virus zou zijn, dan had een
groep wetenschappers dit al een half jaar geleden bekend gemaakt.’ Tim
Bertolucci keek mij verbazend aan. ‘Peter, tegenwoordig wordt niets meer
aangekondigd. Ik heb zoveel informatie verzameld over de jaren, er zijn
complotten waar jij als politieagent helemaal niets vanaf weet. Er bevindt zich
zoveel in de duisternis, je weet niet eens waar je moet beginnen.’ Hij is een
apart figuur, maar hij heeft wel een punt. Als het gaat om een virus of plaag,
dan moet dit ergens zijn begonnen. Ik vroeg aan Tim of hij misschien wist waar
de oorsprong kon zijn ontstaan. ‘Marco West, een krantenjongen en een stel
katten. Om eerlijk te zijn zie ik geen enkel verband tussen deze drie
voorvallen. Een virus moet ergens beginnen, er moet een drager zijn en als we
die vinden dan kunnen we wellicht ook de bron achterhalen.’
‘Nou Timmy dat is nog niet eens zo een dom idee. Bij deze wil ik je in dienst
nemen als Sherlock Holmes van Het Dal en je mag op eigen termen op zoek gaan
naar een bron. Alleen, doe geen onschuldige mensen kwaad.’ Hij salueerde me zelfs. ‘Komt in orde chef,
maar wil je me alstublieft geen Timmy meer noemen? Dat komt zo degenererend
over.’
‘Maar natuurlijk Timster. Ik ga naar het bureau, wellicht kan Marco West mij
wat meer kan vertellen. Hier is mijn nummer, mocht er zich ook maar iets
voordoen, bel me dan.’ Hij gaf mij een “o.k.” teken en ging vandoor in zijn
Hummer. Je kunt in deze gevallen beter vertrouwen in de gestoorde complotmensen
dan je eigen collega’s.
Politiebureau Het Dal
‘Goedemorgen Tabitha, je ziet er stralend uit.’ Ze lachte me toe en haar
lach is altijd gemeend. ‘Hey Peter, spijtig dat je je vrije dag moet
inleveren.’
‘Ik ben van plan de middag nog te gebruiken. In welke kamer zit Marco West?’
‘Ze hebben hem naar verhoorkamer drie gebracht, echter heeft nog steeds niets
losgelaten.’ Daar zou snel verandering
in komen.
Terwijl ik richting de verhoorkamers liep kwam ik Verbeek tegen, hij schudde
zijn hoofd. ‘Peter, ik hoop echt dat jij iets los krijgt bij hem. Het maakt
niet uit wat, als hij gaat praten is al voldoende.’ Ik gaf hem een
schouderklopje. ‘Ik zal mijn best doen Tom, zoals altijd.’ Ik wilde weglopen,
maar Verbeek hield me tegen. ‘Van Houten is ook hier, hij zit in zijn kantoor
zijn verslag te schrijven.’
‘Wat? Hij zou toch meegaan naar het ziekenhuis?’
‘Blijkbaar heeft hij de broeders ervan kunnen overtuigen dat het niet nodig
was. Wil je na je verhoor even met hem praten? Jullie zijn al zo lang
vrienden.’ Ik gaf aan dat het geen enkele probleem zou zijn, zelf was ik ook
wel benieuwd naar de gesteldheid van Joseph. ‘Goed, ik ga even naar huis om te
kijken of alles goed is met Monica.’ Verbeek verliet het bureau en ik ging
richting verhoorkamer drie. Onderweg kwam ik langs het kantoor van Joseph, de
deur was gesloten. Ik hoorde hem kuchen dus ik liet de deur dicht, hij zou wel
graag zijn papieren in orde willen hebben.
Bij de ingang van de verhoorruimte zat mijn partner. Aan de andere kant van het
glas zat Marco West. ‘Ik verwacht geen problemen, maar mocht meneer West iets
geks doen, dan sluit je deze ruimte. Kom niet zelf naar binnen.’
‘Maar…’
‘Heb je me begrepen, je sluit alles af.’ Ik hoorde zijn speeksel de keel af
gaan en hij schudde zwetend zijn hoofd. De deur naar de kleine ruimte zat goed
op slot, mijn kleine gedrongen partner opent het slot en ik keek hem nogmaals
vervelend aan. Mijn God, waaraan heb ik zo een oninteressant figuur te danken?
Het ergste is dat ik in de meeste gevallen ook nog zijn naam niet kan
onthouden.
De deur ging open. Marco West zat op een stoel en keek me aan met een leegte in
zijn ogen. Ik ging tegenover hem zitten en legde mijn armen op de tafel die
tussen ons in stond. ‘Luister, Marco, mag ik je Marco noemen?’ Hij knikte. ‘Ik
ben het spoor een beetje bijster. Natuurlijk hebben mijn “collega’s” al
geconcludeerd, dat dit een huiselijk geweldzaak is. Je vrouw krijgt ruzie met
jullie dochter, jij komt er tussen en er ontstaat een mistroostig ongeluk.
Alleen, ik geloof er niet in. Geen normaal mens krijgt zo gemakkelijk een stuk
borstkast van een dierbare uitgerukt. Dat is onethisch, wellicht werkt het bij
een kannibalenstam, maar niet hier in de bewoonde wereld. Als wij ruzie hebben,
dan slaan, steken of schieten we elkaar.’ Marco bleef maar voor zich uit
staren, er kwam geen enkele reactie op zijn gezicht. ‘Pff, kom op Marco, er
moet toch iets zijn dat je vrouw zo heeft laten doordraaien. Waren het drugs?
LSD? Had ze pure Absint gedronken en ging ze helemaal Van Gogh tegen je
dochter?’ Opeens verschenen er rimpels op zijn gezicht, en het nam een kwade
uitdrukking aan. Marco sloeg met twee vuisten op de tafel. ‘Ik weet het niet!
Mijn dochter is dood en ik heb mijn vrouw omgebracht! Jezus, Mary. Mary is
dood!’ Ik probeerde West rustig te krijgen maar het lukte amper. ‘Ik zal geen
vragen meer stellen, ik zal aan een collega de opdracht geven u naar een veilig
adres te brengen. U bent te labiel om hier te zitten, mijn excuses. Als u vind
dat u iets kwijt wilt, dan kunt u dit bij mijn collega aangeven. Ik ga u niet
langer hiermee lastig vallen.’ Nog voordat ik de klink van de deur kon
vastpakken zei hij iets; ‘Benjamin Lane.’
‘Sorry? Wie is dat?’ Hij zweeg weer. Ik had een naam, dat is meer dan wat Verbeek
had gekregen. Ik opende de deur en gaf orders aan mijn partner om alles in gang
te zetten, zodat deze man naar een veilige omgeving werd gebracht. Mijn partner
zag er afwezig uit en riep Shit in
het midden van mijn zin. Hoe kon hij zo onbeschoft zijn? Net dat ik iets aan
het vertellen was, en… oh, ik begreep het al.
Mijn partner rende nog naar binnen, maar het was al
te laat. Marco West lag dood op de grond. Hij had zijn glas water kapot
geslagen en een glasscherf in zijn nek geramd. Wie geeft er nou ook een labiel
persoon water in een glas? We hebben ook plastic bekers op het bureau. Mijn
geweldige partner had daar natuurlijk niet aan gedacht. Aangezien we nu ook nog
eens te maken hebben met een situatie die we niet onder controle hebben, kan ik
geen verzoek tot ontslag indienen, wat een klote dag.
Twintig minuten later arriveerde een aantal paramedici. Verbeek was ook weer
aanwezig. Blijkbaar lag Monica te slapen, dus kon hij nu weer verder gaan met
het volgende probleem.
‘Mulligan?’ Verbeek wenkte met zijn hand. ‘Ja, baas?’
‘Ik heb zojuist melding gekregen over een vreemd voorval bij de McDonalds, je
weet wel die op de Kalfstraat, er zouden twee mannen bezig zijn met een
eetmarathon. Het zal wel niets zijn, maar aangezien vandaag alleen maar vreemde
dingen gebeuren wil ik je vragen om te gaan kijken wat er aan de hand is.’
‘Eetmarathon hé? Meen je dat nou serieus?’ Hij wilde weer wat zeggen maar ik
had het al begrepen. ‘Goed, dan gaan we eens een kijkje nemen. Moet ik nog iets
meenemen? Hamburgertje?’ Ergens wist ik wat de reacties zouden zijn, aangezien
er een dode man op een brancard werd gelegd. Ik gaf mijn partner aan dat ik
binnen tien minuten buiten zou zijn, ik wilde nog even bij Joseph kijken, hoe
het hem verging.
Ik klopte twee keer op zijn deur. Er kwam geen
reactie van Joseph. Eerst dacht ik dat hij misschien al naar huis was gegaan,
maar toen hoorde ik gerommel in de kamer. Ik klopte een derde keer. Nog steeds
geen antwoord. Voorzichtig deed ik de deur open en riep zachtjes zijn naam.
‘Joseph, ik ben het Peter. Waarom is het zo duister hier? Ik maak het licht
aan, vind je dat goed?’ Hij zei iets wat klonk als “Mhm”, dus ik drukte op de
lichtknop. Het licht ging aan en de kamer werd goed zichtbaar en ik kreeg de
schrik van mijn leven. Joseph had een poster opgehangen van Johnny Depp. Hij
stond er op met zijn bovenlichaam naakt en een sigaret in zijn rechterhand,
zwoel keek uit zijn ogen. Ik had wel eens mijn bedenkingen gehad over de
geaardheid van Joseph, maar dit bevestigde mijn vermoeden.
Daarna zag ik Joseph zitten achter zijn bureau. Hij lag met zijn armen op de
tafel en daarop had hij zijn hoofd gelegd. Het leek erop dat hij in slaap was
gevallen. Ik liep naar hem toe en begon een beetje tegen hem de duwen. ‘Hey,
slaapkop, wordt eens wakker.’ Er kwam geen reactie. Ik hoorde hem niet snurken,
alleen hevig ademen. Ik porde hem in de zij, dat hielp ook niet. Dan maar een
drastische maatregel. Er stond een volle mok koffie op zijn bureau, met mijn
wijsvinger voelde ik de temperatuur, de koffie was koud. Zachtjes excuseerde ik
me voor wat ik ging doen en gooide de koude koffie in zijn gezicht.
Hij schrok wakker en hapte meteen richting mij. Ik kon nog op tijd
terugdeinzen. ‘Rustig aan Jo, het is maar koffie.’ Hij keek me aan en zijn
gezicht was grauw. Om zijn donker bruine ogen zat rode rand, alsof hij al dagen
niet meer geslapen had. ‘Het spijt me Peter, ik weet niet wat me overkwam.’
‘Het zal wel een droom geweest zijn, maak je maar geen zorgen. Je ziet er
alleen niet zo lekker uit, ik denk dat je toch maar beter naar huis kunt gaan
en een paar dagen rust nemen. Je bent vandaag in je nek gebeten, mocht je het
zijn vergeten.’ Hij lachte als een dronken hyena. ‘Mulli toch, ik voel me
geweldig, het beste sinds jaren,’ zijn volle baard ging omhoog met zijn grijns,
‘weet je dat ik van je hou? Maar dan ook echt van je hou?’
‘O.k.! Je hebt duidelijk iets gedronken, kom laat ik je naar huis brengen.’ Hij
sloeg van zich af toen ik hem uit zijn stoel wilde helpen. ‘Nee! Ik wil jou! Ik
wil gelukkig zijn met jou. Sinds Linda bij je weg is heb je niemand meer,
iemand moet die leegte vullen. Laat mij die persoon zijn.’ Hij stond nu zelf op
uit zijn stoel en wilde me omhelzen. ‘Jo, ik ben gevleid, maar je denkt niet helder,
er is iets aan de hand.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik heb mij nog nooit zo
helder gevoeld. Voor het eerst in mijn leven durf ik ervoor uit te komen en ik
vind jou…’, het duurde een paar seconde totdat hij verder ging, ‘ik vind jou…,
sorry ik kom niet echt uit mijn woorden.’ Ik zag zijn ogen een rare beweging
maken en er kwam een blauwe gloed overheen, dit was echt weer zo een “WTF”
moment. ‘Ik vind jou… om op te vreten!’ Zijn mond ging open en maakte een
gissend geluid. Hij besprong me en wilde een hap van me nemen. Met veel pijn en
moeite kon ik hem van me afhouden. Er kon niet meer normaal met hem geredeneerd
worden, hij was nu net als die katten. Hij was niet meer de Joseph die ik kon.
Deze wilde alleen nog maar eten. Hoe lang we elkaar ook konden, dat kon ik niet
laten gebeuren. Met mijn linkerhand hield ik hem bij de keel vast, zodat hij
met niet kon bijten en met mijn rechterhand ging ik richting mijn broeksriem,
daar waar mijn pistool zich bevond.
Ik strekte mijn arm zo ver als ik kon en kreeg mijn wapen te pakken. Echt hoog
kwam ik echter niet met mijn arm, dus ik had geen keus en zette de loop van het
pistool tegen zijn kruis. ‘Jo, het spijt me echt hiervoor’, en ik haalde de
trekker over. Joseph sprong schreeuwend van mij af en kroop naar de hoek van de
kamer. Tabitha had het schot gehoord en kwam de kamer binnen. ‘Ik hoorde
schoten, en… oh mijn god!’ Met mijn wapen in de hand probeerde ik haar uit te
leggen wat er aan de hand was. ‘Het is o.k., het is niet wat het lijkt.’ Ze had
haar hand voor haar mond en leek verstijfd van de schrik. Ik wilde haar
kalmeren en terwijl ik dichtbij haar kwam, schreeuwde ze; ‘Kijk uit!’ Joseph
bleek inmiddels weer op zijn benen te staan en rende als een maniak op me af.
Ik draaide me om en loste drie schoten, twee in zijn borst en de laatste tussen
zijn ogen. Hij viel als een zandzak neer op de grond. Tabitha’s knieën trilde
als twee opgevoerde vibrators. ‘Peter, wat is er aan de hand?’
‘Ik heb geen idee, maar ik moet naar de McDonalds, de mensen daar lopen gevaar.’
‘Calorieën?’
‘Nee, erger, de Dood!’
8:
Vette Pech
Robert luisterde aandachtig naar het verhaal van de
ruwe politieagent, die blijkbaar meer van de situatie afwist dan hijzelf. Het
houthakkershemd had hij uitgetrokken en om zijn middel gebonden. Hij had het
warm gekregen van het rennen onder zijn hemd droeg hij een verwassen Kiss
T-Shirt. Robert en Mulligan hadden een kop koffie genomen in het restaurant,
terwijl Mulligan zijn verhaal vertelde. De mensenmassa was wat afgenomen, maar
Jody Wild was nog steeds bezig met interviews af te nemen. ‘Dus dat was mijn
dag zover en de zondagmiddag is bij deze nu ook voorbij.’
‘Benjamin Lane zei je? We zijn gister avond naar zijn seminar geweest, zou hij
er iets mee te maken hebben?’
‘Ik weet het niet, maar we moeten hem zo snel mogelijk vinden.’
‘Prima, maar ik denkt dat we nu eerst toch echt opzoek moeten gaan naar
Manuel.’ Mulligan knikte. Hij wenkte naar een medewerker, ‘mag ik betalen?’ De
McDonalds medewerker kwam in een slakkentempo aangelopen. ‘Deze is van het
huis.’
‘Dat is aardig van u, dank u wel.’
‘Geen dank, wilt u wat eten?’
‘Sorry, maar daar hebben we op het moment geen tijd meer voor.’
‘Jammer, mag ik wat van u eten?’
Mulligan begreep de vraag niet en keek Robert vragend aan. Een paar seconden
bleven ze vragende blikken wisselen, totdat bij Robert het kwartje viel. ‘Mulligan
ik denk dat we beter kunnen gaan.’ Ze observeerde het restaurant en zagen dat
de medewerkers waren begonnen met mensen aan te vallen. ‘Kut’, zei Mulligan en
sloeg de medewerker in zijn gezicht en viel tegen de grond. ‘De mensen bij de
ingang moeten weg!’ Mulligan riep zijn partner erbij. ‘Iedereen naar buiten via
de ingang, laat ze niet in contact komen met de geïnfecteerde (Mulligan
geloofde zijn eigen uitspraak niet).’ Zijn partner knikte en gaf op zijn beurt
weer dezelfde opdracht aan Jody Wild. Zij irriteerde zich aan de orders van de
politieagent en ging verder met haar interview. Mulligan had zijn officiële
dienstwapen genomen, daar zaten tenminste wat meer kogels in en deze keer had
hij ongeveer zeven hongerige fastfood medewerkers tegenover zich. ‘Hier, neem
jij Sandy, ze heeft nog twee schoten over. Mocht je ze nodig hebben.’ Robert
nam het pronkstuk van Mulligan over. Terwijl Mulligan het vuur loste op de
geïnfecteerde medewerkers zag hij dat Jody Wild niet wilde meewerken aan de
evacuatie. Verdomme, dat trutje werk ook
nooit mee. Al schieten schreeuwde hij haar toe. ‘Jody, zorg dat deze mensen
naar buiten komen.’
‘Ik heb niets tegen je te zeggen Mulligan, deze keer pak je mijn primeur niet
af.’
‘Godverdomme, jouw primeur wordt zo dadelijk onze dood.’
‘Je maakt me toch niet bang, heb je dat allemaal op band staan?’ Jody keek naar
haar camera man en zag dat deze vanachter werd besprongen door een hongerige
medewerker. Mulligan schoot een kogel door het hoofd van de medewerker, maar
kon niet voorkomen dat deze nog een stuk cameraman met zich meenam. De camera
en de jongen erachter viel op de grond, de één kapot, de ander dood. Jody hield
haar hand voor de mond en tranen van ongeloof liepen langs haar wangen. ‘Geloof
je me nu’, riep Mulligan zonder de gebruikelijke sarcasme. Jody knikte en begon
direct mensen naar buiten te begeleiden.
‘Robert achter je!’ Hij draaide zich om en kon nog
net een schot lossen. Hij raakte het hoofd van het bijtertje en spatte uit
elkaar. Niet gewend aan de terugslag dat een jachtgeweer kon geven, viel Robert
met de rug tegen de grond. Mulligan lachte. ‘Kijk uit, mijn Sandy is een pittig
vrouwtje.’ Robert moest lachen van de situatie en veegde de stukjes hersenen
van zijn gezicht en kleding. Mulligan keek rond in het restaurant en
controleerde of hij alle geïnfecteerde personen dood waren. Ze hadden toch nog
ongeveer twaalf mensen kunnen toetakelen. Een enkeling leefde nog en smeekte om
hulp. Mulligan herlaadde zijn wapen en ging iedereen na die nog bewoog, het
laatste wat deze mensen kregen te zien was een politie agent die een kogel door
hun hoofd schoot.
Robert liep rustig naar hem toe. ‘Is dit nodig?’ Mulligan hield zijn hoofd
laag.
‘Ik doe het niet graag, maar je hebt zelf gezien wat er gebeurd als ze blijven
leven. Het is beter zo, ze zijn nou bij God.’
‘De medewerkers waren niet eens gebeten geworden.’
Mulligan dacht even na en wist dat Robert daar een punt had. ‘Wacht,’ hij pakte zijn mobieltje en drukte
een paar keer, ‘Timster, hier met Mulligan, ben je al wat meer te weten
gekomen?’
‘Nou, ik ben nu aan de andere kant van de
stad, en het is erg Mulligan, er zijn zich steeds meer infecties aan het vormen
en het leger is gearriveerd. Ze sluiten zo te zien de stad af. Helaas heb ik
nog niets gevonden wat wellicht van belang kan zijn. Ik heb alleen een paar van
die vretende monsters platgereden. Hoe is het bij jou?’
‘Niet veel beter, maar weet jij misschien hoe het kan dat mensen veranderen
zonder gebeten te worden?’
‘Het is het bloed, man. Het bloed is ook
al voldoende om gek te worden, zorg dat je het niet in je systeem krijgt. Ben
je geïnfecteerd Mulli?’
‘Nee, ik ben in orde. Tim ik heb nog een verzoek voor je.’
‘Zeg het maar.’
‘Kun jij op zoek gaan naar Benjamin Lane?’
‘Benjamin Lane? Die zelfhelpguru?’
‘Ja, het was de laatste naam die Marco West mij gaf voordat hij een stuk glas
zijn strot in ramde.’
‘Auw. Ja is goed, ik ga er achteraan,
laat je zo gauw mogelijk iets weten.’
‘Dank je wel Tim.’
‘Geen dank Chef.’
Mulligan drukte zijn telefoon af en stopte deze weer terug in zijn jaszak. ‘En?
Weet je al wat meer?’ Mulligan zag hoe Robert onder het bloed en ingewanden
zat. ‘Niet echt, kom we moeten je zwager zien te vinden.’ Robert knikte en
volgde Mulligan naar buiten. Daar was Jody bezig met de groep van pakweg
twintig mensen tot kalmte te roepen, en ze luisterde ook nog naar haar. ‘Dus
als we allemaal bij elkaar blijven en ons als een eenheid gedragen, dan kunnen
wij deze plaag overwinnen.’ Een luid gejuich volgde. Mulligan klapte en liep
naar haar toe en fluisterde iets in haar oor en er verscheen een glimlach op
haar gezicht. Hij gaf zijn partner opdracht om bij Jody en de rest van de groep
te blijven. Die knikte en sloot zich bij de club aan.
Robert en Mulligan liepen samen naar zijn Audi.
Voordat ze instapten had Robert nog één verzoekje.
9:
Can't eat, can't sleep
Angela zat aan de buis gekluisterd terwijl Jody Wild
haar verslag deed. Ze had gezien wat Manuel had gedaan en huilde zachtjes. Wat is Robert toch met die man aan het
bespreken? Vanuit de slaapkamer kon ze Jessica horen schreeuwen, het klonk
nog erger dan Linda Blair in de Exorcist. Eindelijk,
dacht ze toen ze beide mannen zag opstaan. En ze zag ook hoe de andere
persoon een medewerker sloeg. Ze moest bijna overgeven van de vreselijke
beelden die ze zag, totdat het beeld uit viel. Even was het zwart en na een
paar seconden verscheen het logo van de omroep in beeld: “Op dit moment ondervinden wij technische problemen, even geduld AUB”. ‘Nee! Dit kan niet waar zijn!’ Ze liep naar
de TV en wilde tegen de zijkanten slaan, maar dat zou niet helpen, want er was niets
mis met het signaal en de TV was een 32 inch beeldscherm, dus ze kon haar armen
niet zover strekken(ja, ik er heb serieus
nagedacht om deze grap wel of niet te gebruiken).
Angela pakte haar handtas en nam haar mobieltje eruit en belde naar Robert. Er
werd niet opgepakt. Een luid gebrom vanuit de keuken. Het zou toch niet. Ze liep naar de keuken en daar lag Robert’s
Samsung op de keukentafel te trillen. Verdomme
Robert. Ze wierp haar eigen mobiel met een sterke worp tegen de muur. Het
apparaat sprong uit elkaar en de kleine onderdeeltjes vielen achter elkaar op
de marmeren vloer. Angela liep naar het aanrecht en leunde erop met haar armen.
Ze keek naar beneden en zag het afvoerputje. Ze had nog nooit het afvoerputje
van dichtbij bekeken, maar in situaties zoals deze doe je het wel. Vreemd hoe
onze perceptie veranderd tijdens zware momenten.
Angela opende haar mond en schreeuwde. Ze schreeuwde zo hard dat ze schrok van
de weerkaatsing die het de afvoerbak gaf.
Na twee minuten ging Angela recht staan en hoorde het geschreeuw van Jessica. ‘Hou
je mond!’ Schreeuwde ze van beneden. Het hielp niet en Jessica’s geschreeuw
ging over op lijdend gekrijs. Nou is het
genoeg. Angela opende de koelkast en pakte alles wat ze maar kon vinden.
Een gebakken ham, paprika’s, pak melk en ze kon nog twee appels erbij doen.
‘Als ze wilt eten, dan krijgt ze eten. Angela liep de trap naar boven en liep
naar de slaapkamer waar Jessica nog steeds lag te krijsen. Met haar elleboog
kreeg ze de deur net open. De melk klotste, gelukkig dat het pak nog dicht was.
Jessica’s ogen waren zo zwart omrand zodat ze meer op kolen leken dan ogen.
Verder was ze helemaal bezweet en de nachtjapon die ze droeg hing half langs
haar lichaam. Angela liep voorzichtig naar de rand van het bed en ging zitten.
Het eten legde ze naast zich, alleen de ham had ze nog in haar hand. ‘Als je
rustig bent mag je deze opeten. Jessica hijgde van de inspanning en keek
gefocust naar de ham. Ze hield op met schreeuwen en liet Angela weten dat ze
zich zal in houden. ‘Goed zo meid.’ Angela stak de ham naar voren en Jessica
ging gulzig mee aan de slag.
Ondertussen waren Robert en Mulligan met hoge
snelheid onderweg. ‘Kan deze bak niet sneller?’
‘Dit is een klassieker, een beetje respect graag.’ Mulligan raakte geïrriteerd
als iemand iets op zijn auto had aan te merken.
Robert maakte een dempend gebaar met zijn handen, hij had het niet zo bedoeld.
‘Nog een paar straten en we zijn er.’ Terwijl Mulligan dat zei, begon de radio
in de auto te kraken.
‘Mulligan, kun je me horen.’ Het was
Tim, maar door het zware geruis moest Mulligan goed luisteren. ‘Ik heb Be.. L.’
‘Tim? Tim je valt weg wat heb je?’
‘Lane in hechtenis… deel van stad
afgezet…leger schiet op iedereen… i gf…’
‘Shit! Tim? Wat gebeurd er?’ Er kwam meer geruis door de radio gevolgd door
schoten. ‘Tim!?’
‘Heaven…’ , kwam nog heel vaag binnen
via de radio, hierna was het signaal dood. Robert keek Mulligan verontrustend
aan. ‘Ik ben bang dat Tim het niet gered heeft.’ Mulligan zweeg. Heaven had voor hem een andere mening en
ergens had hij het gevoel dat hij Tim terug zal zien.
Jessica dronk het laatste beetje melk op uit het
karton. Alle eten en drinken dat Angela had meegenomen waren binnen een paar
minuten verorberd. Eindelijk was Jessica rustiger geworden en kon ze zelf een
paar woordjes tegen Angela zeggen. ‘Het spijt me zo erg Angie. Het spijt me.’
Bij Angela begonnen de tranen te rollen. ‘Doe maar rustig meid’, en ze pakte
een handdoek waarmee ze het zweet van Jessica’s hoofd afveegde. ‘Het spijt me
zo,’ bleef Jessica doorgaan. Angela knikte. Op dat moment rukte Jessica haar
armen en benen los, alsof het hardhouten bed een tandenstoker was geworden.
Angela wilde nog wegspringen, maar ze was te laat, Jessica pakte haar vast en
smeed haar tegen de grond. Angela krabbelde achteruit op de vloer, met haar
handen zoeken naar iets om mee te slaan, ze kon niets vinden. Jessica klom uit
het bed en ging rechtstaan, haar nachtjapon gleed langs haar tengere lichaam
naar beneden. Angela schrok van het zicht, het hele lichaam was bedekt met
dikke bruine zweren, alsof ze overal derdegraads brandwonden had. ‘Jess, wat je
ook van plan bent, weet dat ik van jou en Robert, hij houd zielsveel van je.’
Jessica luisterde niet eens naar haar en kroop over haar heen, Angela voelde zich
verdoofd en kon zich niet bewegen. ‘Jij hebt iets wat ik nodig heb.’
‘Wat dan Jess, wat?’
Jessica lachte hysterisch en haar gezicht naderde dat van Angela. ‘Jij bent de
bron.’
‘Wat?’
De mond van Jessica ging wijd open en er kwamen drie slijmerige tentakels tevoorschijn.
Angela zag ze heen en weer bewegen boven haar gezicht en schreeuwde het uit. De
tentakels schoten met hoge snelheid de mond van Angela naar binnen. Buiten
konden ze de gierende remmen horen van een oude auto.
Robert en Mulligan waren aangekomen bij het huis van
Robert en trapte de deur in. Robert rende door de woonkamer en riep zijn
zus.‘Angie, Angie waar ben je?’ Mulligan gaf hem een seintje en wees naar
boven, ‘ik geloof dat ik boven iets hoor.’ Samen renden ze de trappen omhoog…
Daar zagen ze de tentakels van Jessica uit het lichaam van Angela komen. ‘Jessie,’ zei Robert
aarzelend. Jessica keek op en siste naar hem. Ze zag er anders uit, sterker.
Mulligan duwde Robert aan de kant en richtte Sandy op Jessica. Terwijl Mulligan
de trekker overhaalde sloeg Robert voor de tweede maal het wapen richting het
plafond. Jessica schrok van de knal en sprong door het raam naar buiten en
rende de straat uit. ‘Verdomme, niet weer!’
‘Ze is mijn vrouw.’ Mulligan sloeg hem
met een gebalde rechtervuist in het gezicht. ‘Dat gedrocht is niet meer je
vrouw, heb je die dingen gezien die uit haar mond kwamen? Het leek wel een
monster, en niet het menselijke soort. Tussen het gekibbel door van de twee
mannen, begon Angela bloed te hoesten. Robert knielde en nam haar tussen zijn
armen, maar voelde haar wegvallen. Hij sloeg haar voorzichtig in het gezicht,
‘Angie, blijf bij me.’
Mulligan zag vanaf zijn standpunt dat Angela het niet meer zou halen en diep
van binnen voelde Robert het ook. Ze mompelde haar laatste woorden, maar Robert
kon ze niet goed horen en ging met zijn hoofd naar haar mond; ‘Ze zijn allemaal in Heaven…’ Haar laatste adem kwam naar buiten. Robert
liet haar los en legde haar op grond. Hij pakte het laken van het bed en legde
dit over haar heen.
Mulligan stond stil in de slaapkamer en beide mannen wisselde geen woord. Uit
de klerenkast haalde Robert zijn oude lerenjas tevoorschijn die hij al sinds
zijn wilde jaren niet meer aan had aangetrokken en nam hij Sandy uit de handen
van Mulligan en herlaadde haar. Samen gingen ze richting de voordeur. Zonder
terug te kijken stapten beide mannen in Mulligans klassieker en reden de
horizon tegemoet, op weg naar wat een zelfmoordmissie zou worden.
Wordt
vervolgd…