dinsdag 15 oktober 2013

Work...Out




Ken je dat gevoel? Je weet dat je maandagmorgen vroeg moet opstaan. Natuurlijk ben je op zondag weer te laat naar bed gegaan. Dit is het nadeel van het weekend. Ook al slaap je twee dagen in de week langer uit, je voelt de hele werkweek de naweeën van het weekend. Maandag is daar het ergste voorbeeld van. Hoeveel koffie je ook drinkt -zelfs dubbele espresso’s- helpt gewoon niet meer. Immuun voor koffie, velen zullen het ontkennen, maar als je langer dan drie jaar vast werk hebt, dan ken je het gevoel. De koffie is één ding, maar er is iets veel ergers. Het meest vervelende object dat van je ochtend een levende hel maakt: De Wekker. Ik heb in de loop van die drie jaren op verschillende locaties geslapen, maar altijd is er diezelfde wekkertoon. Zelfs die keer dat ik bij een jongedame –wiens naam mij ontschoten is- had overnacht, ze had een zeer uitgebreid mobieltje en zei; “Ik zet de wekker wel op de telefoon.”
Gelukkig dacht ik, het ergste dat kan gebeuren is dat ik met Lady Gaga wakker wordt. Maar nee, ik had toch weer pech. Ook met super functionele bluetooth, wap, wip en wat nog, was er nog steeds die verveelde zeurtoon. Je zou liegen als je zegt dat die irritante toon je niet bekend voorkomt. Het lijkt wel een patent van de wekkerfabrikant om iedereen wakker te maken met geluiden die zelfs tijdens de holocaust verboden waren. Na hierover nagedacht te hebben, wil ik eigenlijk nooit meer een wekker zetten…



Ik zit in een heerlijke droom. Samantha, de secretaresse, staat bij mijn tafel. Ze stelt mij een aantal vragen, die echter niet van belang zijn. Haar witte blouse heeft een mooie inkijk en haar DD decolleté hopt van links naar rechts. Ergens in de verte begint iets te zoemen, het geluid komt me helaas bekend voor. Toch wel apart dat de ene helft van je lichaam je een prettige gevoel geeft en de andere helft het vervelende gevoel moet opvangen. Na een korte strijd winnen de geprikkelde hersenencellen het toch van het stijgend dekbed.
Mijn ogen voelen plakkerig aan en vaag zie ik de rode display die “7:00” aangeeft. Voor veel mensen is het getal 7 een geluksgetal, voor mij is het de hel. Terwijl ik de wekker wil ontdoen van het vreselijke geluid, merk ik dat ik op mijn arm heb geslapen. Heb je dat al eens geprobeerd? Iets uitzetten terwijl je hele arm slaapt. Erger nog, probeer eens iets te doen met een slapende arm. Het duurt ongeveer twintig seconden dat het bloed weer terugstroomt in mijn arm. Mijn vriendin begint kreunend wakker te worden en vraagt me geïrriteerd, of ik de wekker uit wil zetten. Ik houd mijn mond en tel rustig tot tien en laat dan mijn hand op de wekker vallen. Het geval naast me kreunt opnieuw en draait zich weer om. Ik had beter met haar kunnen gaan samenwonen na haar studie. De helft van de tijd hangt ze maar wat rond in huis. Maar ja, wat doe je eraan? De liefde...



Vreselijk, ik heb een vervelende kater. Ik had echt gedacht dat alcohol goed was om in slaap te komen. Een kater kan ik echt niet gebruiken, vandaag hebben we functioneringsgesprekken op het werk. Konden ze nou echt geen andere dag van de week uitzoeken?
Het licht op de badkamer knippert spastisch. Het is al de derde lamp in twee weken, ergens moet iets mis zijn met de elektriciteit. Het toilet ruikt niet zo fris meer, gele urinevlekken worden zichtbaar terwijl ik de wc-bril optil en in het hoekje liggen twee opgedroogde tampons. Ik vind het best erg en onhygiënisch, maar ik moet zo werken, geen tijd om dit te poetsen.
Een korte, koude douche maakt het geheel nog erger. Snap niet dat er mensen zijn die kunnen zeggen dat dit de ultieme manier is om wakker te worden. Wat is mis met jullie? Mijn haren drogen voor geen meter en die goedkope gel die zij heeft gekocht helpt ook niet. Hopelijk is mijn favoriete witte hemd wel gestreken.
Ik loop naar de logeerkamer, waar de strijkplank blijkbaar al een tijdje niet meer wordt gebruikt. Een uitpuilende mand met ongestreken was kijkt me treurig aan. Als een gek begin ik door de kledingstukken te zwemmen. Dit kan niet waar zijn. Waar is in godsnaam dat shirt? In de hoek van de kamer hoor ik het gemiauw van onze poes Snuf. Oh nee, nee! Ja, oh ja, Snuf ligt met haar volle glorie te snorren op mijn shirt. Ik trek het onder haar vandaan en bekijk het kritisch; dikke rode kattenharen, pisvlekken en wat modder. Zonder uit te barsten, leg ik het shirt weer terug bij Snuf en aai het beest over haar bolletje, zij kan daar nauwelijks iets aan doen. Ik maak de klerenkast open, in de hoop dat er nog ergens een gestreken object te vinden is. Ik moet het doen met een lelijk, fel blauw hemd met een soort golvend motief. In combinatie met de blauwe spijkerbroek die ik heb aangetrokken lijk ik wel een Smurf. Mijn horloge geeft kwart voor acht aan. Geen tijd meer om me nog om te kleden, ik zal het ermee moeten doen.



Ik kus mijn vriendin, voor zover dat mogelijk is. Ze is helemaal onder de deken gekropen. Een paar van haar haren blijven aan mijn mond plakken, nog erger dan die van de poes. Ik vraag haar of ze iets aan het huishouden wilt doen. Een kort “Hmm” komt vanonder de deken vandaan. Op dit punt kan “hmm” van alles betekenen: “Ja lieverd, alles is schoon als je thuis komt” óf “bekijk het maar!” Ik zet mijn geld op de tweede optie.



De krant hangt nog half in de brievenbus. Ik heb de krantenjongen al twee keer aangesproken om deze volledig door te duwen. Want vooral nu in de wintermaanden komt de kou naar binnen en dat is niet prettig als je net onder de douche vandaan komt. Ik neem de krant uit de brievenbus en lees snel door de belangrijkste krantenkoppen; Economie crisis, oorlog her en der, bel 0900-1234 als je geil bent. Eigenlijk is de krant een herhaling van zichzelf, elke dag zetten ze dezelfde onderwerpen erin. Maar ik heb ze toch nodig, voor de kattenbak. Grappig, onze poes schijt op de crisis, hoe banaal.



Dan is er nog de koffie. Er is tijd voor een paar slokken goedkope oploskoffie en twee happen van een boterham met kaas. Typisch Nederlands, je weet nooit wat je op je brood moet doen, dus het wordt automatisch –behalve als je lijd aan lactose-intolerantie- kaas. Gelukkig dat ik er maar tien minuten over doe om naar mijn werk te rijden.
Buiten vriest het een paar graden. Voor mijn deur staat mijn Opel Kadett. Het is elke ochtend weer een gok of hij zal starten. Handchoke naar achteren –het is een oude auto- koppeling in de twee, op hoop van zege de sleutel draaien… Ja! Hij start in één keer! Nu in de vrij zetten, en naar buiten lopen om de ramen schoon te krassen. De vooruit en de linkse ruit zijn voldoende. Terug in de auto wordt ik begroet door The Best Of van Wham, een cassette bandje dat al meer dan een jaar vast zit in de speler. Na honderden luisterbeurten is “Wake me up before you gogo” eigenlijk het beste nummer ooit gemaakt.
Net op het punt dat ik wil wegrijden, komt mijn buurman naar buiten gelopen. Hij zit al twee jaar in de Werkeloosheid Wet en minstens één keer per week weet hij me in de morgen tegen te houden, altijd als ik wil wegrijden. Hij heeft meestal een vraag of hij iets mag lenen. Vandaag is het een pannenset. Geen idee waarom mensen geen pannenset in huis zouden hebben, maar ik vraag er niet na. In plaats daarvan geef ik hem aan dat hij beter kan aanbellen en het aan mijn vriendin kan vragen, die weet dat wel. En zo sla ik twee vliegen in één klap. Ik ben van de buurman af en zij moet nu noodgedwongen opstaan. Liggen blijven kan ze niet, de drang om te weten wie er voor de deur staat is te groot voor haar.



Lachend rij ik mijn dorp uit, richting de snelweg. Het is best mistig buiten en ik moet goed turen of ik wel op de goede helft van de weg zit. In dit weer rij je maximaal 80 kilometer per uur. Voor mij rijdt een Volkswagen Polo, met een bumpersticker die zegt; Ik hou van 25 km/pu in mijn dorp. Dat is prima, maar dat moet je niet doen op de snelweg! “Ga dan in je kut dorp rijden!” Schreeuw ik in de auto. Het kakkermoedertje dat achter het stuur van de paarse wagen zit zal me zeker niet horen, al doet het goed om even te schreeuwen. Ik rij haar voorbij en maak een vriendelijk handgebaar. Haar gezicht is rood uitgeslagen en lijkt erop dat ze hard aan het huilen is. Op de bijrijder stoel is alleen een lege Maxi-Cosi te zien. Ik denk er niet over na en rij verder.



Het bedrijf heeft een overdekte parking. Terwijl ik mijn pasje langs de scanner laat gaan, gebeurt er vrij weinig, de poort blijft dicht. Is de sensor wellicht kapot gevroren? Achter mij staan vier andere auto’s klaar en zo te zien raakt de persoon achter mij ligt geïrriteerd. Gelukkig kun je op een knopje drukken zodat een baliemedewerkster de poort handmatig kan open maken. Een krakerige stem komt uit de intercom; ‘Goedemorgen.’
‘Mijn pasje werkt niet, kun je de poort voor mij openmaken?’
Een lange zucht volgt en de poort gaat open. Terwijl ik de parking inrij, kijk ik nog even in de achteruitspiegel. De chauffeur achter mij heeft het zelfde probleem. Ik heb medelijden voor de persoon die vandaag baliedienst heeft.
Het gebouw huist verschillende bedrijven, dus ik weet niet van wie alle auto’s zijn. Ergens wil ik het wel weten, want in mijn favoriete hoek zijn nog twee plaatsen vrij, die door de parkeerkunsten van twee idioten volledig zijn geblokkeerd. Zwaar geïrriteerd rij ik naar de andere kant van de parking en vind een plek naast een grote jeep. Ik kijk op mijn horloge. Het is al twee minuten over half negen. Geweldig. Luie vriendin, vreselijk shirt, klote krantenjongen, irritante buurman, paarse polo, slechte parking en nu ook nog eens te laat op het werk en dat allemaal juist nu er functioneringsgesprekken zijn. Halleluja.



Eindelijk aangekomen bij mijn afdeling zit Samantha aan de balie, ze speelt met haar nagellak. Ze heeft nooit tijd om dit thuis te doen. Ze zit te dicht met haar neus bij het potje. Die geur kan hersenletsel als gevolg hebben, al is het voor haar te laat. ‘Goedemorgen Samantha.’ Ze kijkt mijn met haar luie oog aan en blijft me aankijken zonder een woord te zeggen. Ik ben het gewend. Niet dat ze lelijk is, het luie oog is gewoon het eerste dat je opvalt als je haar aankijkt, maar aangezien negen van de tien keer mannen eerst in haar decolleté kijken, dan valt het niet zo op. Volgens mij heeft ze al zoveel penissen ertussen gehad dat er ooit iemand vroegtijdig en te hard heeft geëjaculeerd, heb je ook al meteen een oorzaak voor haar luie oog. Terwijl ik doorloop heb ik het gevoel dat het oog me blijft volgen. Het is gewoon eng.



Wij –daarmee bedoel ik de callcenter medewerkers- werken in hokjes, of cubicles zoals ze in Amerika genoemd worden. Aangezien wij in dit land steeds meer van de Amerikaanse mentaliteit overnemen, kun je het ook bij ons cubicles noemen. Op deze werkvloer werken vijftig callcentermedewerkers. Mijn hok heet 11. Buurman van hok 13 heeft mijn computer al aangezet. Hij weet wat het is om te laat te komen. Als je computer niet aanstaat en de baas staat naast je, dan zwaait er wat. Ik bedank hem, en hij laat me weten dat de baas, Rick, al langs is gelopen. Fijn, dan zal ik zo dadelijk wel een email krijgen. Tsjakka! Hij staat al in mijn mailbox. “Richard, als je dit leest, kom dan naar mijn kantoor.”
De toch naar het kantoor van de chef voelt altijd lang. Het geeft je hetzelfde gevoel als je door het ziekenhuis loopt terwijl een dierbaar iemand op sterven ligt.
Rick Generaal staat er met mooie zwarte letters op de deur. Gepaste naam voor een baas, De Generaal. Als iemand dit zegt op de werkvloer, dan mag hij of zij vertrekken. Door het wit getinte glas zie ik zijn schim door de kamer lopen. Het lijkt wel of die schim horens op zijn hoofd heeft. Twee van die dikke horens waar de duivel nog jaloers op zou zijn. In deze wereld staat De Generaal staat boven de duivel.



Ik klop voorzichtig op de deur. Hoor geen bevestigend antwoord, dus ik verwacht dat ik naar binnen kan lopen. De Generaal is inmiddels achter zijn bureau gaan zitten, en tikt ongeïnspireerd op zijn toetsenbord.
‘Je wilde me spreken?’ Hij zegt niets. Alleen een handgebaar wijst erop dat ik plaats moet nemen op de stoel tegenover hem. Ik wil beginnen met mijn verhaal, maar krijg een ander handgebaar dat zegt dat hij nog met iets belangrijks bezig is. Hij is zeker zijn vriendin via de chat aan het uitleggen hoe ze de DVD recorder moet bedienen.
Na vijf minuten door de kamer hebben gestaard, richt hij eindelijk zijn blik tot mij. Hoewel hij een jaar jonger is dan mij, hijgt hij als een nijlpaard, dat met moeite de trap is opgelopen.
‘Je weet dat er vandaag functioneringsgesprekken zijn?’
Ik houd mijn adem in en knik voorzichtig mijn hoofd. Het zweet loopt over mijn rug. Het gaat gebeuren, ik word ontslagen. Nog voordat hij aan zijn nieuwe zin kan beginnen, gaat de deur met een knal open.
In de deuropening staat een bekend gezicht. De vrouw die ik een half uur geleden voorbij was gereden. Ze huilt nog steeds. In haar hand houd ze een envelop vast.
‘Wie is ze?’ Vraagt ze furieus. De Generaal ziet er op dit moment niet blij uit. Hij gebaard mij om de ruimte te verlaten, een bom staat op het punt te ontploffen. Terwijl ik naar buiten loop, zegt hij nog: ‘Functioneringsgesprekken worden uitgesteld.’

Opgelucht loop ik terug naar mijn hok. De dag is weer zoals hij hoort te zijn, voorspelbaar en irritant, maar op één of andere ziekelijke manier accepteer ik dit lot graag. Het vaste stramien, de zekerheid en middelmatigheid. Ze stellen me in staat de persoon te zijn die ik wil zijn, de zeurpiet, want zonder zou ik me kaal en leeg voelen. Ik kijk al uit naar de halfgare maaltijd van mijn vriendin, de slechte maandagavond film en het potje drie minuten seks. Alleen die wekkertoon, daar mogen ze wel wat aan doen.

donderdag 15 augustus 2013

Karmijn

Ze zei:
Schrijf een liedje voor mij
maak me blij
met je vleierij
Ik zei :
Je bent wel gek
liefdesliedjes zijn niet meer in trek
hier heb je wat crack
We zeiden:
Wat een mooie kleuren
bloemengeuren en steuren in het water
later werd later
schuimbekken, schuimpje trekken
kan ons het verrekken
Hij zei:
Rigor Mortis
het is wat het is
tijd van overlijden
niet te vermijden
De rest zei:
Wat een zonden
zo jong ter gronden
ach ja,
tijd heelt alle wonden

maandag 12 augustus 2013

Caramel

De waarheid zit verborgen
In de successen
In onze zorgen
Het zoekt een weg naar buiten
We zijn allemaal op zoek naar een manier
Een manier om het te uiten
Op zoek naar de passie die ons drijft
De horizon is steeds verder weg
Als je nu niet de kans grijpt
Dan heb je vette pech ...
Laat je gevoel spreken
Vind je ware ik
Negeer andermans preken

woensdag 24 juli 2013

5 leuke android games



Ik ben geen grote tabletgamer. Het is vooral leuk om tussen de bedrijven door de tablet te pakken en wat casual games te spelen, vooral nu in de zomer periode.

Hier volgen een vijftal spelletjes die de batterij van mijn tablet al meerdere malen hebben leeg-gesnoept:


5. Shiny the firefly ( Headup games)


Met een naam als Shiny trek je niet echt de aandacht, maar het spel is zeer vermakelijk. Daarnaast ziet het er ook visueel ook nog eens goed uit. Het doel is om Shiny door levels te loodsen en onderweg dien je ook nog eens kleine baby vuurvliegjes te redden. Met een simpele besturing en veel variërende levels is Shiny een leuk spel voor jong en oud.

4. Osmos HD ( Hemisphere games)

 
Je bent een klein organisme dat andere kleinere deeltjes dient te absorberen. Doel van het spel is het grootste organisme te worden. Spel begint vrij gemakkelijk maar al snel wordt je kundigheid en snelheid getest. Daarnaast bevat dit spel een rustgevende soundtrack die met een headset op volledig tot zijn recht komt.

3. The Bard’s Tale (InXile Entertainment)
 

De omvang van The Bard’s Tale is geweldig. Het ziet er grafisch uit als een PC-game en is een lange vermakelijke ervaring. Dit is echter wel het soort spel dat veel van je tablet vraagt en snel je batterij leeg vreet. De gameplay werkt goed en wie van humoristische dialogen houd zit bij dit spel al helemaal goed. Het is een must voor iedere RPG-fan, maar zorg wel dat je een krachtige tablet hebt.  

2. Ski Safari (Defiant Development)
 

Op het eerste oog lijkt Ski Safari een simpel spel, dat is het eigenlijk ook. Ook hier is het vooral veel op je scherm tappen en je reactievermogen testen. Het leuke aan Ski Safari is de constante uitdagingen die geleverd worden. Elk nu spel bied nieuwe opties en uitdagingen en het zet je ertoe om steeds verder proberen te komen. De setting: Een lawine komt achter je aan en je moet die zolang mogelijk voorblijven. Om snelheid te maken maak je gebruik van pinguïns, yeti ’s, adelaars en sneeuwscooters. Een echte aanrader.

1. 10000000 (EightyEightGames)


Oftewel “Ten Million”. Dat is het aantal punten dat je dient te behalen in dit spel. Toen ik het begon te spelen was ik niet meteen verkocht. Ik wist niet precies wat met te wachten stond bij dit spel. Ik dacht dat het weer de zoveelste match 3 game was. Gelukkig had ik het mis! Zodra je dit spel onder de knie krijgt en begint met upgraden wordt het ware uitputtingsslag om het einde te halen. Je karakter zit vast in een kerker en heeft tien miljoen punten nodig om vrij te komen. Deze verdien je om door lange gangen te lopen in combinatie met het vernietigen van vijanden en het openen van schatkisten en deuren. Op de onderkant van het scherm verschijnen blokken met wapens, hout, steen, goud en sleutels. Door deze tactisch met elkaar te combineren bevecht je karakter de vijanden en kisten en deuren geopend. Elke keer als je een te sterke vijand tegenkomt, wordt je weer terug naar je kerker gestuurd. In de kerker krijg je de mogelijkheid om met je ervaringspunten en het hout, steen en goud te gebruiken voor upgrades. Op deze manier word je geleidelijk aan sterker. Het spel ziet uit als een oud 8-bit spel met eveneens muziek uit die tijd. Enige nadeel is dat het voor mijn gevoel iets te snel uit te spelen is.

Veel speelplezier!


 

woensdag 29 mei 2013

A Mighty Wind (2003) Review




Land: Amerika

Met: Christopher Guest, Catharine O’Hara, Eugene Levy, Parker Posey, Michael McKean, Harry Shearer, Fred Willard en vele andere.

Regie: Christopher Guest

Kan een nepdocumentaire over folkmuziek grappig zijn?

Reünie

Na het overlijden van Irving Steinbloom, een bekende manager van folkbandjes in de jaren 60, besluit zijn zoon een reünie te organiseren van drie bands die door zijn vader werden gemanaged. Het gaat om het trio The Folksmen, het duo Mitch en Mickey en het negenkoppig tellende The New Mainstreet Singers (waarvan er nog maar één origineel lid van over is).
We volgen de bands in de twee weken voordat het reünieconcert plaatsvind. Al gauw wordt er duidelijk dat er flink wat werk aan de winkel is.
De film is gefilmd in het zogeheten mockumentary stijl en de acteurs spelen hun rollen met verve, je gaat echt denken dat je naar een documentaire aan het kijken bent. De humor komt vooral van de dialogen die gevoerd worden. Het script, geschreven door Guest en Levy, zit vol met verwijzingen naar folkmuziek en geven ruimte om  de acteurs ingetogen, maar grappig uit de hoek komen.


Hilarisch
De meeste acteurs die aan deze film hebben meegewerkt, hebben hun strepen al ruimschoots verdiend in het komediecircuit. Maar de acteur die mij het meeste verraste was Eugene Levy (o.a. de vader uit American Pie). Vaak vind ik hem niet grappig in zijn rollen, echter in deze film weet hij je van het begin af aan de slappe lach te bezorgen. Hij speelt de depressieve Mitch, die na het succes in de jaren 60 volledig de diepte is ingezakt. Hij is onberekenbaar en als hij praat komen de worden traag en breekbaar uit zijn mond. Het knappe is dat je voor dit karakter, naarmate de film vordert, sympathie voor gaat opwekken en hij raakt ook nog een gevoelige snaar. Een knappe prestatie.
Een ander acteur die mij aan het lachen bracht was Fred Willard (De president in Wall-E). Van het moment dat hij in beeld komt moet je al lachen. Het leuke aan die man is dat hij in elke rol zo heerlijk overdreven enthousiast overkomt en constant een lach op zijn gezicht draagt. 


 

 

Muziek

Naast alle grappen grollen is er natuurlijk ook nog de muziek. Het knappe is dat de acteurs zelf de liedjes bedacht hebben voor deze film. Ze klinken lekker in het gehoor en zijn doorspekt met grappige en aanstekelijke teksten. Je merkt dat er met veel liefde aan dit project gewerkt is. Het is natuurlijk ook te verwachten als je na gaat dat een groot deel van dit team ook verantwoordelijk was voor This is Spinal Tap, een soortgelijke nepdocumentaire, maar dan over een rockband met flink wat problemen.
Aan het eind van de film passeren een deel van de liedjes de revue tijdens het reünieconcert. Tegen die tijd klinken de nummers je al zo bekend, dat het lijk dat ze daadwerkelijk in de jaren 60 uitgebracht zijn.


Conclusie

Voor mensen die genoten hebben van eerder genoemde film “This is Spinal Tap” is ook A Mighty Wind een absolute aanrader. De humor is aanstekelijk en satirisch en de groep acteurs laat de bands echt tot leven komen. Regisseur/acteur Christopher Guest heeft zich gespecialiseerd in he maken van dit soort “Mockumentaries”. Dit bewees hij ook met de films Waiting for Guffman, Best in Show en For your Consideration. Deze producties werden gemaakt met grotendeels dezelfde groep mensen. Dus als dit soort films je aanspreken, dan zal je heel veel plezier beleven aan deze ode aan de folkmuziek.

4/5
 
 

maandag 27 mei 2013

Red Hill (2010) Review




Land: Australië

Met : Ryan Kwanten, Steve Bisley, Tommy Lewis en Claire van der Boom
Regie: Patrick Hughes

Een agent van de grote stad trekt naar het platteland om een rustige omgeving te vinden voor hemzelf en zijn hoogzwangere vrouw. Deze rust blijkt voor korte duur te zijn.


 
 
Aankomst

Een origineel plot hoef je bij Red Hill niet te verwachten. Het volgt ongeveer hetzelfde pad als High Plains Drifter, Rio Bravo, Assault on Precinct 13 en de pas uitgebrachte Schwarzenegger comebackfilm: The Last Stand.
De jonge agent Shane Cooper (Ryan Kwanten uit True Blood) is samen met zijn hoogzwangere vrouw Alice Cooper (inderdaad, een leuke naamspeling) aangekomen in Red Hill. Het stel heeft nog niet eens tijd om al hun spullen uit te pakken of Shane is al op weg naar het politiebureau voor zijn eerste werkdag. Bij het politiebureau maakt hij kennis met de luie sergeant Barlow, die hem naar de plaatselijke kerk stuurt waar de sheriff een toespraak houd.  Deze sheriff, Old Bill, laat al meteen merken dat hij niet zo blij is met de komst van deze nieuweling en geeft hem meteen simpele klusjes om op te lossen.

Red Hill

Het stadje Red Hill ziet eruit als een stadje dat je mag verwachten in het oude wilde westen, met authentieke winkeltjes en weinig mensen op straat. Om eerlijk te zijn is er geen hond op straat en lijkt het stadje meer op een soort Silent Hill dan een Red Hill. De enige echte grote meute aan mensen zijn aanwezig in de kerk.




De rust voorbij


Een bericht op de lokale nieuwszender zorgt ervoor dat de gemoedelijke sfeer binnen het politiekorps in één klap omslaat. Een crimineel, die jaren daarvoor in Red Hill zijn vrouw en een politieagent had vermoord blijkt ontsnapt te zijn. Old Bill is er zeker van dat deze Jimmy (met een vreselijk verbrand gezicht) terugkomt naar Red Hill. Hij roept al zijn mensen op plus nog wat mannen uit de stad om zich voor te bereiden. Want deze Jimmy blijkt een goede spoorzoeker te zijn en is een geraffineerde moordenaar.

Wat volgt is een lange nacht met veel actie en suspense. Jimmy heeft als doel om iedereen die hem tegenwerkt uit de weg te ruimen en de verse agent Cooper leert een vreselijke geschiedenis kennen die het stadje als jarenlang met zich mee draagt.

Conslusie:

Red Hill is een kleine film die het beste maakt van haar budget. Het plot is simpel, maar weet gaande weg toch te verrassen met een aantal wendingen. In het begin voelt de film erg luchtig en komisch, op het moment dat de Bad Guy in de stad arriveert wordt de film grimmiger en bloederiger. Af en toe gebeuren er dingen die niet echt logisch zijn, echter kun je deze paar momenten voor lief nemen. Het acteerwerk is ook prima, met Kwanten als een rechtvaardige politieagent en acteur Tommy Lewis geeft een griezelig portret af als de zwijgende moordenaar. Wat je uiteindelijk overhoud is een goed onderhouden film die fans van westerns en actiefilms zeker zal aanspreken.

3/5

 




zondag 14 april 2013

Bioshock Infinite Review (360)


 
 
 
Is een mooi vormgegeven nieuwe wereld voldoende om onze avonturen in Rapture te laten vergeten?

Columbia

Het antwoord op die vraag is nee. Maar Bioshock infinite laat met een stad in de lucht zien dat een andere setting een zeer frisse wind is. Eigenlijk wel een goede en gewaagde keuze van de makers. Net als in het eerste deel start je bij een vuurtoren. Deze keer ga je niet onderwater, maar de lucht in. Het jaar is 1912.
Bij aankomst kom je al meteen in een kerk terecht en wordt het al snel duidelijk dat je in een wereld bevindt waar religie hoog in het vaandel staat.
De introductie van de vliegende stad Columbia is spectaculair. Het eerste uur van het spel geeft je de ruimte om de sfeer volledig in je op te nemen. Zo doet alles zich rooskleurig aan en dankzij alle kermisattracties en muziek kun je bijna de suikerspinnen en popcorn proeven. Dit is ook meteen één van de sterkste punten van het spel. Al merk je snel dat het meeste van wat je meemaakt “in het script staat”. Zo zullen interacties met andere karakters alleen plaatsvinden als het spel daarvoor de optie geeft. De meeste inwoners van Columbia hebben misschien drie vaste zinnen en staan er een beetje stijfjes bij. Dit had ik wat uitgebreider willen zien.

The False Shepard

Als Booker DeWitt ben je opzoek naar een vrouw. Reden is het afbetalen van een schuld. Verder kom je niet veel meer te weten. Totdat je erachter komt dat er in Columbia een soort sekteleider, genaamd Comstock alias The Prophet, de dienst uitmaakt. Daarnaast merk je dat Columbia niet het vredeliefde oord is wat je in eerste instantie had gedacht. Zo blijkt de ideologie van de inwoners nog vastteklampen aan die van de Amerikaanse burgeroorlog en is slavernij en racisme nog steeds intact. Hier kom je dan ook vroeg in het spel achter als je een executie van interraciaal koppel wilt voorkomen. Door deze actie wordt je meteen aangezien als The False Shepard, de valse herder, de onruststoker. Dit geeft je een excuus om meteen aan de actie deel te nemen. Je wordt beschoten door politieagenten en start er een pad van destructie.

Wapens en Vigors

Het eerste wapens dat je bezit is de Sky-Hook, deze is handig voor handgevechten. Tevens kun je hem gebruiken om je vast te maken aan Sky-lines die door heel Columbia te vinden zijn. Via Sky-lines kun je je op een snelle manier verplaatsen naar andere locaties, een zeer coole manier van transport, die ook nog eens handig is bij de vele gevechten. Vuurwapens zijn er in alle soorten en maten. Van pistolen, machinegeweren, shotguns, bommenwerpers enz. Elk wapen heeft zijn eigen voor en nadelen, maar ik merkte dat ik meestal dezelfde wapens gebruikte. Je kunt tijdens het spel maar twee wapens meenemen, dus je kiest vaak het meest effectieve wapen, in mijn geval het machinegeweer.

Naast de Vuurwapens heb je net als in de voorafgaande delen de mogelijkheid om speciale krachten te gebruiken, Vigors genaamd. In totaal zijn er 8 verschillende Vigors. Al vond ik ze niet erg origineel. Je hebt weer de mogelijkheid om elektriciteit, water, vuur en wind te gebruiken. De twee leukste Vigors zijn “Possession” en “Murder of Crows”. Bij Possession heb je de mogelijkheid om vijanden over te nemen en voor je te laten vechten. Murder of Crows stuurt een meute kraaien op je aanvallers af zodat je zo zonder moeite kan neerknallen. Tijdens het spel heb je de mogelijkheid om je wapens en Vigors te upgraden. Door het grote arsenaal aan wapens moet je keuze maken welke wapens je upgrade, want je krijgt ze niet allemaal tot het maximale. Hetzelfde geld voor de Vigors. Als je net zoals ik een paar favoriete krachten gebruikt, is het upgraden van de andere Vigors niet echt van toepassing.
In het spel vind je regelmatig ook nog verschillende soorten Uitrustingen, die je krachtiger maken.  

Elizabeth

Het algemene doel van het spel is het vinden van een vrouw genaamd Elizabeth. Zij is degene die garant staat voor het afbetalen van je schuld. Hoe en wat zal ik hier niet te ver op ingaan. Wat je weet is dat Elizabeth zit opgesloten in een toren en dat je haar daaruit moet redden.  Nadat je haar gevonden hebt wordt zij voor de rest van het spel je kompaan. Ze is een volledig uitgewerkt karakter en ook het beste onderdeel van het spel. Elizabeth helpt je met het openen van deuren, zoekt met je mee naar geld/ammunitie/Vigors en heeft de mogelijkheid om zogenoemde scheuren (tears, in het spel) te openen. Deze scheuren zijn een kijkje in een alternatief universum. Door het gebruik van deze “tears” kan zij onderdelen die niet aanwezig zijn in de huidige wereld, uit een andere wereld halen. Meestal resulteert dat in ammunitie of muren om achter te schuilen tijdens vuurgevechten. Elizabeth zal je nooit in de weg lopen en heeft zeer regelmatig gesprekken met je. Naast alle andere karakters in het spel is zij wel het meest levendig.

Gameplay

Hoe mooi vormgegeven een spel kan zijn, alles staat en valt bij de gameplay. Hier heb ik enkele kritiekpunten. Het gebruik van de wapens voelt niet altijd lekker. In het Shooter-genre maak ik graag gebruik van de inzoommogelijkheden. Alhoewel aanwezig, het inzomen met de wapens resulteerde meestal in een slechter zicht dan als ik met het gewone vizier schoot, misschien op de Sniper-rifle na gebruikte ik het bijna nooit.
Een ander punt zijn de gevechten, die op grote schaal plaatsvinden. In het begin vond ik ze spannend en sprankelend. Het gebruik van de Sky-Line tijdens een gevecht gaf me een ware adrenaline boost.
 
Naarmate het spel vorderde begonnen deze gevechten mij te irriteren. Je kan na een tijdje precies op twee vingers aftellen wanneer er een gevecht gaat plaatsvinden. Tegen het einde aan zijn er zelfs momenten dat het een ware uitputtingsslag begon te worden, waar ik serieuze overwegingen had om het spel niet meer verder te spelen. Er komt een eindbaas die je het bloed onder de nagels vandaan haalt en heeft ook nog eens het lef om drie keer terug te komen, dat is gewoon overkill. Het gebruik van Vigors maken de gevechten dan weer wat leuker door ze te combineren heb je toch nog wat variatie mee.

Conclusie

Het sterkste punt van dit spel is zoals vele al aangeven, het verhaal. Wat je krijgt voorgeschoteld is geen gemakkelijke kost, maar het geeft wel ruimte tot denken. Iets wat niet vaak voorkomt in een computerspel. Er zijn zelfs veel bioscoopfilms die niet zo diep durven te gaan. Maar ook hier, hoe complex en verbazingwekkend het verhaal ook mag zijn, als je gaat terugdenken, komen zoveel continuïteitproblemen en onlogische plotwendingen naar boven, dat je gaat denken dat ze het juist zo complex hebben gemaakt om hun eigen tekortkomingen te verdoezelen.
Maar over het geheel genomen is Bioshock Infinite een prachtige game. Als je de eerste twee delen goed vond, dan is dit zeker een aanrader. Ik vind het alleen jammer dat het spel op dit moment zo overdreven gehypet wordt. Het is een solide game geworden, die je zeer zeker 10 tot 15 uurtjes plezier kan geven, maar er zitten iets teveel onregelmatigheden in om het een perfecte game te noemen.





Score:
7 uit 10
 


 

zondag 7 april 2013

De Laatste Troef (een kort horrorverhaal)


‘Er is geld te halen, daar in dat huis. Ik ben zeker er van!’ Robert schepte graag op tegenover zijn kompanen. Een groepje mannen van middelbare leeftijd die elkaar ongeveer een jaar geleden hadden ontmoet in het dorpscafé. Lotgenoten van de financiële crisis, dit groepje van vier kwam elke maandag bij elkaar bij café de Blauwe Ridder. Ze dronken dan een aantal pilsjes, speelden wat potjes kwajongen en klaagden over hun gedwongen ontslagen en te lage WW-uitkeringen. Anton, Frank, Paul en Robert, ze zaten allemaal al minstens ander halfjaar in een uitkeringssituatie. De mannen gaven alles en iedereen de schuld, de regering, de bedrijven, de crisis.
Evelyn, de jonge barmedewerkster, zette vier nieuwe glazen bier bij de heren op de tafel. Anton, Frank en Paul keken haar na terwijl Robert recht voor hun neuzen met zijn vingers knipte. ‘Heren opletten, ik was bezig met iets te vertellen.’ Anton die met zijn slome blik als eerste regeerde, was geërgerd. ‘Het is een vrouw van ver in de tachtig, vind je het niet een beetje zielig om een oud dametje te beroven?’ Frank en Paul durfden niets te zeggen, ze wachtte rustig de reactie van Robert af.
‘Wat wil je anders? Een bank beroven? Ik weet niet of je het nieuws hebt gevolgd, maar de banken hebben ook geen geld meer. Die oude mensjes hebben fortuinen in hun huis liggen. Daarnaast zijn ze altijd verzekerd tot en met. Als je er mee zit dan wil ik gerust alleen voor het geld gaan en niet voor de sieraden.’
‘Sieraden ja, bejaarden hebben alleen emotionele waarde. Geld kan vervangen worden.’
Robert knikt. ‘Dank je wel Paul voor je heldere inbreng. Zie je Anton, zo kan het ook.’ Anton keek beledigd naar beneden en nam een slokje van zijn bier. ‘Wat doen we met haar? Bedreigen we haar? Binden we haar vast? Een hartaanval uitlokken vind ik ook zo zielig voor zo’n mens.’ Frank was de jongste van het stel en zijn twijfelachtige karakter bracht wat oproer in het gezelschap. Robert, die duidelijk de leiding had legde zijn hand op Frank’s schouder. ‘Als we geluk hebben worden we niet eens met haar geconfronteerd. Ik heb het huis geobserveerd en zie daar nooit beweging. De rolluiken zijn constant dicht en rond negen uur schijnt er kort een licht op de eerste verdieping, daarna blijft het donker. Ik ken het patroon en die vrouw gaat elke dag stipt om negen uur naar bed. Wat zeggen jullie ervan? Doen?’
Het bleef even stil totdat Paul voorzichtig “ja” knikte, hierna knikten ook de hoofden van Frank en Anton. ‘Goed,’ Robert wreef in zijn handen en legde een briefje van twintig op de tafel, ‘dan laten we gaan.’
‘Wat, nu?’ Klonk er in koor.
‘Ja, het is nu half tien, dus een mooiere kans bestaat er niet. Durven jullie niet meer?’
De drie mannen knikten weer en hielden hun mond. Ze zeiden gedag tegen Evelyn en gingen richting het landhuis van mevrouw van der Meer.

Het huis lag twee kilometer buiten het dorp langs een verlaten weg. Volgens Robert een ideaal huis om te beroven. Het leek alsof hij deze avond tot in de details had uitgewerkt, hij had een koevoet, vier zaklantaarns en eveneens vier skimutsen in de auto liggen. Anton’s muts ging niet volledig over zijn bolle kop en nam genoegen met een stuk tot aan de wenkbrauwen. Hij had mevrouw van der Meer nooit gezien, dus ze zou hem ook niet herkennen. Ze besloten de skimutsen niet te gebruiken. De rolluiken waren inderdaad dicht en er was nergens licht te bekennen. De vier mannen liepen over het grindpad naast het huis richting de achterdeur. Frank hield zijn hand voor het hoofd keek naar binnen. ‘Ik zie geen steek.’ Paul scheen met zijn zaklantaarn naar binnen en zag een berg aan vuile afwas staan. ‘Weet je zeker dat hier iemand woont?’ Het lijkt wel of er een jaar niet meer is afwassen.’
‘Misschien krijgt ze wel elke dag tafeltje dekje.’
‘Dat zou best eens kunnen Anton. Maar we zijn niet hier om de reinheid van dit huis te beoordelen. We zoeken het geld en dan gaan we weer naar buiten, snel en simpel.’ Roberts’ orders waren duidelijk. Hij zette de koevoet tussen de deur en het slot, met één beweging kraakte de deur open. Het hout brokkelde naar beneden, het was alsof deze deur al jaren rot was en ook zonder koevoet geopend kon worden. ‘Zouden al vaker mensen hebben ingebroken?’ vroeg Frank zich af. ‘Het lijkt wel of deze deur al tientallen keren is opengebroken.’
‘Shhh,’ zei Robert vel en maakte een beweging om naar binnen te gaan. Met Robert voorop achtervolgden de mannen hem zo geruisloos mogelijk. Vanuit de keuken kwamen ze terecht in een grote hal. Aan de andere kant van de hal bevond zich de woonkamer en eetkamer. Rechtdoor onder de trappen door was een grote privé bibliotheek. De trappen leidde naar de bovenverdieping en er was nog een kelderdeur, deze bevond zich naast de ingang van de keuken. ‘Ok, het makkelijkste lijkt me om ons op te splitsen, zo kunnen we in een korte tijd de meeste delen van het huis doorzoeken.’
‘Hoelang ben je hier al mee bezig geweest Robert? Het lijkt wel of je alle stappen al weet.’
‘Stil nou Anton. Als ik iets van plan ben dan zorg ik ervoor dat ik niet voor verrassingen kom te staan.’ Robert fluisterde voorzichtig in de hoop dat mevrouw van der Meer niet wakker zou worden. ‘Anton, jij neemt de eetkamer, met jouw postuur lijkt me dat toepasselijk.’ Anton kon er niet om lachen. Frank begin je op de bovenverdieping. Vermijd alleen de laatste deur aan de linkerkant, dat is de slaapkamer.’ Frank knikte instemmend. ‘Paul, de kelder.’
‘Nee, dat meen je niet. Ik hou niet van vochtige plekken.’
‘Daarom dat je al drie maanden geen seks meer gehad.’
‘Hou je mond Anton! Goed, ik doe de kelder wel.’
Robert knikte tevreden. ‘Ik doe de bibliotheek, mochten jullie iets gevonden hebben of klaar zijn met zoeken dan komen jullie naar mij toe.’ De drie mannen gaven ieder een sein af dat ze het begrepen hadden en gingen naar hun aangewezen bestemmingen.

Frank zag zijn vrienden ieder een deur nemen en verdwenen naar een andere ruimte. Hij was als enige nog aanwezig in de hal. Voorzichtig liep hij de trap omhoog. Deze was bekleed met een oude rode stof. Een ander soort stof bevond zich op de trapleuning, zeker een dikke lang van een paar centimeter. ‘Geen leuke klus voor een schoonmaakster,’ mompelde Frank in zichzelf. Nog voordat hij de bovenverdieping had bereik hoorde hij een licht gegiechel. Frank kreeg kippenvel. Had hij dat nou goed gehoord? Terwijl hij op de laatste trede stapte hoorde hij het weer. Het leek haast een kinderlijke lach. ‘Ik moet echt stoppen met alcohol drinken.’ Het kwam van de deur rechts van hem. Het kan nooit die oude vrouw zijn, misschien is het wel de wind. Zonder erover na te denken pakte Frank de klink vast en opende voorzichtig de deur.  Hij was verrast door wat hij zag. Een roze kamer met hartjesmotieven en planken vol met porseinen poppen. Frank kreeg de kriebels van hun griezelige witte gezichtjes. In het midden stond een tweepersoonsbed, ook bedolven onder het stof en voorzien van spinnenwebben. Het leek wel een kamer voor een jong meisje. Zonder er eerst echt aandacht hebben te besteed keek Frank naar het bed en zag dat de deken een beetje bol stond. Zag hij daar nou net iets bewegen? Hij benaderde de rand van het bed en merkte op dat er inderdaad beweging onder de deken plaatsvond. Voorzichtig pookte hij met zijn vinger ertegen. ‘Hallo?’ Het gegiechel dat hij op de gang had gehoord kwam duidelijk van onder de deken vandaan. Het klonk als een jong meisje. Verdomme Robert, je zei dat er niemand anders in dit huis aanwezig was. Frank gebruikte zijn meest vriendelijk stem om de persoon niet te laten schrikken. ‘Ik wil je geen pijn doen, wie ben jij? Ik ben Frank.’ De deken ging geleidelijk omhoog en lange zwarte haren kwamen tevoorschijn. Daaronder kwam het gezicht van een poppetje, zo gaaf en ongeschonden. Ze was niet ouder dan vijftien. Frank zag een schoonheid, ze keek hem aan met glinsterende oogjes. ‘Hoi, ik ben Kyra,’ zei ze ondeugend. ‘Dag Kyra, ben je bij je oma op bezoek?’ Ze draaide met haar pink om haar mond en keek in het rond, ‘misschien,’ gevolgd door een lachje. ‘Wil je naast me op bed komen liggen?’ Frank die heel goed het verschil tussen goed en fout wist werd overvallen door een vreemd verlangen. Een onbekende kracht die hem naar het bed leidde. ‘Ga maar liggen, ik bijt niet. Frank ging stijfjes naast Kyra liggen en keek haar met een peinzende blik aan. ‘Dit is niet wie ik ben, vergeef me.’
‘Je hoeft je nergens voor te verontschuldigen.’ Kyra kroop tegen Frank aan. Ze droog een roze nachtgewaad. Met haar rechterhand ontblootte ze subtiel haar linkerborst. Frank had nog nooit zo’n perfecte borst gezien. Mooi rond en afgewerkt met een prachtige tepel. ‘Wil je hem vastpakken? Het mag hoor.’ Frank, die wist dat hij beter zou moeten weten, werd door een mystieke kracht aangetrokken. Hij reikte zijn hand uit en voelde de soepele beweging van Kyra’s borst. ‘Lekker is het niet?’ Kyra bleek ervan te genieten. Frank knikte alleen maar als een opgewonden hond.
Zonder waarschuwing noch zonder enige aanleiding veranderde het prettige gevoel in een onbekend naar gevoel. Frank zag zijn hand en een deel van zijn arm verdwijnen in het lichaam van Kyra. ‘Wat is dit in godsnaam?’ Frank schreeuwde het uit van onbegrip. Hij voelde geen pijn, maar zijn lichaam werd met een sterke kracht steeds verder in dat van Kyra’s gezogen. Kyra’s borstkast scheurde open en Frank zag een zwarte leegte. Geen vlees of bloed, alleen maar een eindeloze zwarte holte. ‘Ik kan er niets aan doen, huilde Kyra, zo gaat het nou altijd.’ Frank keek haar beschuldigend aan, terwijl hij met een onmenselijk kracht de leegte werd en gezogen terwijl hij uiteindelijk verdween. Kyra’s borstkast ging dicht en er waren geen teken dat deze ook open was geweest. Ze liet een diepe zucht en dook weer onder de deken.

De kelder was inderdaad wat Paul ervan verwacht had. Een dompige beerput met bar weinig licht. De ruimte voelde kil aan en ergens in de verte hoorde hij water druppelen. Paul vond iets wat leek op een lichtknop en drukte deze in. Een paar doffe tl-buizen begonnen te knipperen. Het werd er niet echt beter op. De kelder bestond uit drie ruimtes. De eerste ruimte was kaal en er stond alleen een voorraadkast. Door de glazen deuren zag hij een paar blikken bonen staan. Het leek erop dat deze blikken er al lang instonden. De roest begon door het etiket heen te komen en het merk van deze bonen bestond al zeker twintig jaar niet meer. Naast de kast stond een versleten houten tafel en stoel. Op de tafel stonden stenenbeeldjes. Ze hadden een menselijke en dierlijke aard. Niet alle beelden waren afgewerkt. Alsof iemand midden in het proces zijn werkplek voortijdig had verlaten en niet was teruggekeerd. Paul pakte een beeldje vast. Het verbrokkelde in zand het was poreus geworden.  ‘Vreemd.’ Een deur naast de tafel leidde naar de tweede ruimte van de kelder. Aan de flessen en grote houten vaten te zien was dit het wijngedeelte. Paul, die alleen maar twee soorten bier kon, begreep niets van wat op de etiketten stond. 1902.. Dat is oud, dus geld waard. Maar hij zag er geen heil in om al deze wijnflessen mee te slepen. ‘Waar is het echte geld?’ mompelde hij. Terwijl hij de grote vaten bewonderde schrok Paul zich kapot. Een geblaf zorgde ervoor dat hij uit zijn concentratie werd gehaald. Paul draaide zich om en keek naar beneden. Daar stond een schattige Jack Russel te kwispelen. Paul mocht dan niet veel over wijn weten, maar wel over honden. Jack Russels zijn een lief en loyaal ras en deze kleine deugniet leek geen uitzondering te zijn. Meteen viel hij als een blok voor het beestje. ‘Hey daar jongen, wat doe je hier in dit vochtige hol?’ Paul zakte door zijn knieën en aaide hem. Hij keek naar zijn halsband, Rover was zijn naam. Rover blafte opgewonden en liep richting de derde en laatste ruimte van de kelder. ‘Is daar iets wat je me wil laten zien? Heeft het vrouwtje daar al haar schatten verstopt?’ “Woef Woef”, was de reactie van Rover en hij draaide vrolijk in het rond. Paul liep richting de deur en nam de deur knop vast. Deze voelde warm aan, alsof er een oven aan stond. Gelukkig was het niet zo warm dat hij zijn hand verbrandde. Hij opende de deur en wat hij te zien kreeg was totaal niet wat hij verwacht had.
Rover rende voor hem uit. Paul kon nog steeds niet geloven wat hij zag. De vochtige kelder had plaatsgemaakt voor een stukje bosrijk natuur. De zon scheen met een zachte warmte door de hoge bomen. Paul nam een paar stappen op het gazon van bladeren. Hij hoorde een klap achter zich en de deur was verdwenen. Hij raakte niet in paniek, hij was te verrast door de mooie omgeving. ‘Dit kan niet waar zijn. Het lijk wel iets uit een sprookje.’ Rover begon weer te blaffen en Paul volgde hem.
Na ongeveer een kilometer gelopen te hebben kwamen ze aan bij een open ruimte. In het midden stond een grote kei van zeker anderhalve meter hoog.  ‘Nou jongen, dit is echt een prachtige plaats waar je me naar toe hebt gebracht. Rover bleef stil. Paul keek naast zich en zag dat Rover zich langzaam en stilletjes terugtrok. ‘Wat is er aan de hand jongen, ruik je iets. Paul werd bedekt door een schaduw. Hij keek omhoog en zag een grote zwarte wolf bovenop de steen staan. Het beest zag er verwilderd uit en gromde met verrot tandvlees en gele tanden. Het oogwit van de wolf was volledig rooddoorlopen en schuim stond in zijn bek. Paul zette een paar stappen terug en maakte handgebaren om de wolf te kalmeren. Het plan zou zijn om langzaam achteruit te lopen en dan snel proberen weg te komen. Maar Pauls’ plan kreeg geen kans van slagen. Het wolven gegrom werd nu weergegeven in een dobly surround geluid terwijl vier andere wolven zich hadden toegevoegd. Ze dreven Paul naar het midden. Paul had een stok opgeraapt om de wolven weg de jagen, maar dat mocht niet baten. De wolf die op de steen stond, sprong op hem en beet Paul in zijn nek. Hij schreeuwde het uit van de pijn. De andere wolven voegden zich toe en scheurden Paul aan flarden. Rover zat op zijn achterpootjes en keek van een afstand toe.

Er stond iets op hem te wachten. Anton liep de eetkamer binnen en zag dat de volledige eettafel volstond met eten. Eten dat net was klaargemaakt, want het dampte nog na. Hij rook de heerlijke geur van de honing waarmee de kalkoen was klaargemaakt. Om de kalkoen heen stonden kommetjes met verschillende salades en een schaal met aardappels. Anton had de hele avond geen honger gevoeld, maar op dat moment liep het water hem in de mond en knorde zijn maag. Hij liep ongegeneerd naar de maaltijd en ging met zijn wijsvinger door een kannetje met jus. Hij likte zijn vinger af en kreeg een warm gevoel vanbinnen. Zo iets goeds had hij nog nooit geproefd. Hij at jarenlang de half verbrandde  prut van zijn vrouwtje, dit wilde hij niet aan zich voor bij laten gaan. Anton nam plaats aan de eettafel die er schoon uitzag. Het leek erop dat iemand hem net nog geboend had. Met de blote hand trok hij een stuk vlees van de kalkoen los en stopte dit gulzig in zijn mond. Daarna mieterde hij zijn hele bord vol met aardappels en goot het volledige kannetje met jus erover. Hij schrokte als een wild zwijn, één die bang is dat hij te weinig krijgt. Terwijl hij met zijn rechterhand het eten naar binnen werkte greep zijn linkerhand naar een karaf die gevuld was met rode wijn, deze zette hij tussendoor op zijn lippen om het eten sneller te laten zakken. Doordat hij zo hard bezig was om zichzelf tot een coma te eten, had hij het kraken van de tussendeur niet gehoord.
Er galmde een hoge schreeuw door de eetkamer. Anton keek geschrokken op vanuit zijn stoel. In de deuropening stond een oude vrouw. Ze droeg zwarte kleding en een keukenschort. De oude vrouw zag er rimpelig en breekbaar uit. ‘Waar ben je mee bezig?’ schreeuwde ze verontrustend. ‘Ik heb me de hele dag uitgesloofd om voor mijn lieverds te koken.’ Anton keek haar verward aan. ‘Lieverds?’
‘Ja, het is vandaag een speciale dag. Eentje die maar eens in het jaar voorkomt. En jij bent bezig met het ruïneren ervan!’ De oude vrouw leek niet voor rede vatbaar. Anton stond op en liep voorzichtig naar haar toe. ‘Mijn excuses, u ben mevrouw van der Meer niet waar?’ De oude vrouw knikte maar deed een stap achteruit. ‘Ik wil u geen pijn doen. Wat kan ik doen om dit goed te maken?’ Mevrouw van der Meer keek angstig naar Anton, ze vertrouwde hem niet.
Anton voelde een hand op zijn schouder vallen en draaide zich om. Het was Robert. ‘Robert, gelukkig, we hebben een probleem, mevrouw van der Meer hier blijkt klaarwakker te zijn.’
‘Ik begrijp het,’ zei Robert en hij zette een spuit in Antons’ arm. Anton die nog verbaasd probeerde te kijken zakte als een pudding in elkaar.

Nog steeds was de geur van het eten aanwezig. Anton had een verlamd gevoel en kon met moeite zijn ogen openmaken. Hij hoorde het gelach van een kind, het geblaf van een hond en het geroezemoes tussen twee personen. Zijn zicht was wazig en voelde touw om zijn armen en benen. Hij lag op iets hards. Naarmate zijn zicht iets beter begon te worden zag Anton dat hij naar het plafond van de eetkamer staarde. ‘Papa, hij is wakker,’ hoorde hij een stemmetje in de verte zeggen. Stoelen schoven naar achter en Robert kwam naast Anton staan. ‘Hey slaapkop, ben je eindelijk wakker?’
‘Robert, wat is dit? Waar ben je mee bezig?’ vroeg Anton angstig. ‘Heb geen angst beste Anton, het is snel voorbij. Kijk Kyra dit is een goede vriend van papa. Kyra kwam naast Robert staan en droeg nog steeds haar roze pyjama. ‘Hoi, ben Kyra.’ Anton keek van haar weg zonder iets te zeggen. ‘Nou papa, ik vind deze niet aardig. Mag ik met Rover spelen?’
‘Doe maar schat.’ Anton hoorde Kyra weglopen en de naam van Rover roepen. ‘Waarom doe je dit? Ik dacht dat we vrienden waren.’
‘Dat zijn we toch ook, beste Anton. En vrienden doen alles voor elkaar. Frank en Paul hebben hun steentje al bijgedragen, nu jij nog.’
‘Wat heb je met ze gedaan?’
‘Ze leven nog, alleen niet meer in deze wereld.’
‘Niet meer in deze wereld, waar heb je het over?’
‘Wacht, ik laat het je zien.’ Robert liep weg en mevrouw van de Meer nam zijn taak over. Ze ging bij Anton staan en keek hem kalmerend aan. ‘Je moet begrijpen, als er een andere manier was, dan deden we dat. Ik doe dit voor mijn zoon, het maakt hem zo gelukkig en de kleine meid, het wachten is altijd zolang.’
‘Wachten op wat?!’ schreeuwde Anton uit. ‘Daar kom je nu achter’, fluisterde mevrouw van der Meer. Robert pakte een hendel in de muur vast en begon te draaien. Een stuk van het plafond ging open en er kwam een rode lucht tevoorschijn, Anton voelde een flinke warmte ervandaan komen. ‘Wat is dit voor een trucage?’
‘Geen trucage’, riep Robert. Er kwam lawaai vanuit de ruimte in het plafond, het klonk als het geluid van honderden machines. ‘Dit huis is gebouwd op een breuk,’ begon mevrouw van der Meer te vertellen. ‘Een breuk tussen onze wereld en het vagevuur. Het was altijd een passief onderdeel geweest, we wisten niet eens dat het bestond. Maar vijftien jaar geleden, god ruste haar ziel, stierf mijn schoondochter Lisa hier in dit huis in het kraambed. De geboorte van Kyra had complicaties met zich meegebracht, we moesten hulpeloos toekijken hoe onze Lisa liters bloed verloor. Dat bloed bleek de sleutel te zijn waar het huis op zat te wachten. De breuk tussen onze wereld en die van het vagevuur werd geopend en we zagen onze Lisa verdwijnen naar de andere wereld. Voordat ze volledig verdween hadden we een afspraak kunnen maken met de demon die haar meenam. Als wij op haar sterfdag drie offers kunnen maken dan is ze weer van ons, al is het maar voor een nacht.’
Anton kon zijn oren niet geloven. ‘Jullie zijn gek moeten we hiervoor sterven?’ Er kwam geen antwoord van Robert nog van zijn moeder. Een helder licht schoot uit het plafond en een goddelijke verschijning daalde naar beneden. Anton barste in tranen uit. Nog nooit in zijn leven had hij zo een schoonheid gezien. Ze was gekleed in een wit gewaad en had lange blonde haren. Haar blauwe ogen glinsterden als parels en haar gezicht toonde geen tekenen van ouderdom. Ze bereikte Anton en lachte rustgevend naar hem. ‘Wees niet bang,’ zei ze met een zachte stem en kuste hem. Langzaam voelde Anton dat het leven uit hem werd getrokken. Na enkele seconden zag hij niet meer het gave gezicht van Lisa, alleen nog maar een lege zwarte holte.

‘Het is jouw beurt Anton,’ reageerde Frank geïrriteerd. Anton legde harten aas neer en haalde zo genoeg punten binnen om samen met Paul het potje te winnen. ‘Verdomme,’ riep Frank uit. ‘Je let niet eens op maar toch win je weer de pot.’ Anton lachte hartelijk en gaf Paul een high five. Een luidde bel ging af en de vier mannen gingen staan. ‘Zo, de pauze is weer voorbij, terug aan het werk. ‘Wel fijn dat we weer een vierde man hebben gevonden, benadrukte Paul.’ Iedereen knikte. ‘Sorry, ik ben alleen je naam weer vergeten.’ De in zwart geklede man keek op en lachte. Mijn naam is Hein. Maar dankzij mijn postuur noemt iedereen me Magere Hein.’
‘Aangenaam Hein,’ riepen de mannen in koor. ‘Hoe lang werk jij eigenlijk al hier?’ vroeg Anton.
‘Te lang, veels te lang.’ Ze moesten er allemaal om lachen en ze liepen samen terug naar de werkplek, want de machines moesten blijven doordraaien.


Dank voor het lezen van dit verhaal. Uw mening wordt gewardeerd :)

Richard


woensdag 3 april 2013

Warm Bodies (2013) Film Review



Met: Nicolas Hoult, Teresa Palmer, Analeigh Tipton, Rob Coddry en John Malkovich
Regie: Jonathan Levine

Na het uitmelken van het vampiergenre met de Twilight Saga, komt maatschappij Summit met een “Romantische Zombiefilm” op de proppen. Is het net zo klef als de Twilight films of heeft deze film wat meer Bite?  

R
De film wordt ingeleid door de ondode hoofdpersoon van de film, een zombie genaamd R, gespeeld door Nicolas Hoult (About a Boy, Jack the Giant Slayer). Hij weet zijn naam niet en ook niet hoe hij een zombie is geworden. Zijn dag bestaat vooral uit het rondslenteren door de hallen van een verlaten vliegveld. Samen met andere zombies is dat de voornaamste bezigheid. Al snel wordt duidelijk gemaakt dat deze zombies nog een bepaald “sociaal”aspect hebben. Zeker, ze stoten elkaar aan, maar als er oogcontact is dan grommen ze en is er een bepaalde connectie. R heeft zelfs conversaties met een andere zombie(Coddry) al blijft het bij een paar losse woorden.

Boney
Al snel wordt duidelijk dat de “gewone” zombies niet de enige creaturen zijn die het vliegveld bevolken. Een zombie die zijn volledige verstand verliest en na een periode aftakelt, verandert in een Boney; dit zijn gewetenloze skeletten die zich terugtrekken in het donker en af en toe een aanval plegen op de gewone zombies. Het is duidelijk te zien dat de Boney’s via CGI tot leven komen en dat is helaas ook de mindere kwaliteit van deze film, de wezens zien er te computer genereerd uit en zijn niet angstaanjagend.

Julie
Maar er is ook nog een menselijke kant. Het verhaal speelt zich af in een post apocalyptisch New-York en is net als het oude Duitsland verdeeld tussen Oost en West, met een grote muur in het midden. Geleid door generaal Grigio (Malkovich) worden er tropen naar de andere kant van de muur gestuurd om korte metten te maken met de zombieplaag. Het nieuwste groepje “soldaten” wordt op pad gestuurd, waaronder Grigio’s dochter Julie (Palmer) en haar vriendje Perry, gespeeld door Dave Franco (broertje van James). Al gauw kruisen hun wegen die van R en zijn ondode kompanen en er ontstaat een vuurgevecht. Tijdens het vuurgevecht valt R Perry aan en eet zijn hersenen. Tijdens dit gehele proces maakt R met een voice-over duidelijk dat hij geen andere keuze had en dat hij erg in conflict met zichzelf is om mensenhersens te eten. Terwijl hij een smörgäsbord aan Perry hersens eet ontketent zich iets in de nog vrijwel ondode kop van R. Hij ziet het verleden van Perry en diens gevoelens worden op R overgebracht. Door dit voorval krijgt hij oog voor Julie en een instinct zegt hem dat hij haar moet redden. Na een paar pogingen weet R haar te overtuigen en ze vluchten naar het vliegveld waar R met een paar woorden duidelijk probeert te maken dat het niet veilig voor haar is en dat ze moet blijven.



Menselijk
Dermate R de rest van Perry’s hersens verorbert begint hij meer en meer menselijkere trekjes te vertonen. Dit valt ook Julie op die in deze verandering wellicht een oplossing ziet voor het zombieprobleem. Wat volgt zijn een aantal langdradige scenes waar de liefde tussen de twee tegenpolen langzaam tot gang komt. Dit gedeelte van de film had voor mij wat ingekort mogen worden. Er worden een aantal onlogische scenes getoond waarin Julie allang had kunnen ontsnappen van haar nieuw onderkomen. Uiteindelijk wordt er gewerkt naar de onvermijdelijke derde acte en het cliché van, de hoofdpersonen gaan hun eigen weg maar komen elkaar weer tegen, neemt zijn intrede.

Conclusie


Over het algemeen heb ik mij goed vermaakt met deze film. Hij geeft constant een bepaalde charme af en de acteurs leveren goed werk. Leuke vondst is actrice Analeigh Tipton die als beste vriendin van Julie een frisse wind is en de leukste dialogen heeft. Jammer vond ik het onevenwichtige tempo van de film, hij begint sprankelt met grappige voice-overs, maar in het midden zakt hij een beetje in en wordt hij wat droog qua stof. Het laatste half uur maakt veel goed door meer komedie en actie te gebruiken, al had ik liever gezien dat ze dit wat verdeeld hadden. Uiteraard merk je tijdens deze film waar het verhaal losjes op gebaseerd is, R en Julie... zou genoeg moeten zeggen, mocht dat niet zo zijn dan is er nog een welbekende scene die dat nog eens benadrukt. Uiteindelijk is het toch een film die overeind blijft met een leuk verhaal, goede chemie tussen de acteusr en gebruik van een jukebox aan muziek die je een lekker gevoel geeft tijdens de film. In vergelijking met bijvoorbeeld Shaun of the Dead verbleekt deze film in humor en bloederige effecten, maar desalniettemin leuk voor koppels die van komedie en horror houden. Minder leuk voor zombiepuristen, die kunnen beter Dawn of the Dead op dvd kopen.

3/5

Andere films van regisseur Jonathan Levine:
 
 
 
 

maandag 25 maart 2013

The Imposter (2012) Film Review



Genre: Documentaire

Regie: Bart Layton

Ongelofelijk:

The Imposter vertelt het waargebeurde verhaal van Frédéric Bourdin. Een 23 jarige Fransman die iedereen om hem heen weet te overtuigen dat hij de vermiste Nicolas Barclay is uit Texas.
Nicolas verdween in 1994. Zijn moeder had hem geld gegeven om een potje te gaan basketballen, maar de jongen is nooit meer thuisgekomen. Drie jaar later komt er een bericht uit Spanje, Nicolas zou terecht zijn. Het verhaal wordt ruim dertien jaar later verteld door de moeder, zus en schoonbroer van Nicolas én door Frédéric Bourdin zelf.

Kameleon:

Bourdin vertelt zeer open over hoe hij het voor mekaar kreeg om de Spaanse autoriteiten te overtuigen dat hij een 16 jarige Amerikaanse jongen zou zijn. Ze vragen hem om contact op te nemen met zijn ouders. Hij vraagt om een telefoon en krijgt een aparte ruimte. In dit proces weet Bourdin naar verschillende instantie in Amerika te bellen, doet zich voor als een Spaanse politieagent en vraagt naar vermiste jongens die ongeveer 16 jaar zijn. Door dit proces komt hij op het pad van Nicolas Barclay en laat de gegevens van de jongen naar zich toe faxen. Dit geeft hij door aan de autoriteiten en die nemen contact op met de zus van Nicolas.

De familie:

Tussendoor komen ook de familieleden van Nicolas aan het woord. Ze vertellen over de ervaring en hoe geweldig het niet was om te horen dat hun zoon/broer nog in leven is. De zus nam zelfs het vliegtuig om Nicolas of te wel Bourdin op te halen. Als Bourdin hoort dat de zus onderweg is raakt hij in paniek. Hij lijkt namelijk totaal niet op Nicolas. Maar hij doet zijn best om de haarkleur over te nemen en ook enkele tattoos die Nicolas had.  Alleen de oogkleur kon hij niet veranderen. Nicolas had blauwe ogen, Bourdin’s ogen zijn bruin.
Bij aankomst omarmt de zus hem en ze ziet hem als haar broer.
 

Leugens:

Bourdin gaat mee naar Amerika en wordt door iedereen in de familie gezien als de verloren Nicolas. Hij vertelt hun en de FBI een verhaal over kidnapping door seksverslaafde militairen die hem en andere jongens drie jaar hebben misbruik, zij veranderden jongens constant van uiterlijk, daarom dat hij nu bruine ogen had.  Als kijker geloof je bijna niet dat de familie hierin is getrapt. Het wordt pas twijfelen als er een privédetective op de zaak wordt gezet die geen enkel moment gelooft dat Bourdin de verloren Nicolas is. Samen met de FBI gaat hij op zoek naar de waarheid. Ze blijken op een web van leugens te stuiten die een beerput opentrekken.

Conclusie:

The Imposter is een weergaloze documentaire. Door het gebruik van reconstructiebeelden met acteurs die bijna als twee druppels water lijken op de echte personen krijgt deze documentaire zelfs een thrillerachtig tintje, die je constant een nieuwe twist voorschotelt. In het begin denk je zelfs; “dit kan nooit waargebeurd zijn”, juist op dat moment krijg je echte video-opnames en tv-interviews te zien, deze zijn authentiek en geven je een brok in de keel. De grootste troef is het interviewen van Fréréric Bourdin. Hij vertelt zijn hele ervaring met flair en lijkt ervan te genieten om ons te laten weten wat hij allemaal klaar heeft gespeeld. Het einde is toepasselijk en aangezien dit een waargebeurd verhaal is wordt het met een aantal suggesties afgedaan. Al met al een geslaagde documentaire over een geraffineerde Kameleon die een gezin en de rest van de wereld wist te overtuigen hun verloren zoon te zijn. Zeer zeker een aanrader, ook als je normaliter niet van documentaires houdt.

 4/5