maandag 6 januari 2014

Review: Inside Llewyn Davis





Met: Oscar Isaac, Carey Mulligan, Justin Timberlake, John Goodman, Garrett Hedlund en F. Murray Abraham


Regie: Joel en Ethan Coen

Van de Coen broeders kan je eigenlijk bijna nooit een slechte film verwachten. De enige echte misstap in mijn ogen was het onnodig remaken van The Lady Killers, want niemand overtreft Alec Guiness en Peter Sellers, ook al is je naam Tom Hanks. Maar dat is ze vergeven. Ze zijn verantwoordelijk voor enkele tijdloze klassiekers zoals Fargo, The Big Lebowski en No Country for old men. De vraag is, kan Inside Llewyn Davis zich aan die klassiekers toevoegen?

Het antwoord is lastig, want hoeveel kan een kijker accepteren? Het is een gortdroge film die de humor haalt uit het leed van zijn hoofdpersoon, Llewyn Davis, voortreffelijk neergezet door Oscar Isaac (Drive). Hij is een folkzanger in het begin van de jaren zestig, die in feite elke avond in dezelfde kroeg speelt. Hij komt depressief over, heeft geen eigen appartement en gebruikt zijn vrienden en kennissen als plaatsen om te overnachten. Zelf weet hij dat de muziek die hij speelt prachtig is, maar de mensen om hem heen blijken dit niet te beseffen, vooral omdat Llewyn geen makkelijk persoon is. Hij is lastig, humeurig en niet snel tevreden.

 
 
(Llewyn met zijn reiskompaan) 
                                                       

In de film volgen we hem in een week van zijn leven en worden we meegenomen op een verrassende tocht die ons naar vreemde plekken brengt en kennis laat maken met een aantal aparte figuren. Zo wordt hij al vroeg in de film opgescheept met een rode kater, die hij had buitengesloten bij zijn eerste slaapplek. Dan is er het stel Carey Mulligan en Justin Timberlake die hem onderdak geven en lift hij mee met de stille Garrett Hedlund en zijn heroïneverslaafde passagier, de altijd geweldige John Goodman. Het laat een typisch canvas zien zoals alleen de Coens dat kunnen schilderen.

De muziek past perfect bij het tijdsbeeld. Ook als je geen liefhebber bent van Folkmuziek moet je toegeven dat deze muzikaal en tekstueel goed in elkaar steken. Vooral het nummer “Please mr. Kennedy” werkt onverwachts op de lachspieren.
Verder ziet de cinematografie er goed uit. De vaste cameraman van de Coens, Roger Deakins, was voor deze film niet beschikbaar, deze werkte op dat moment aan Skyfall en het fantastische Prisoners (met Hugh Jackman), maar hij wordt vervangen door Bruno Delbonnel (die het prachtige Amelie heeft geschoten), die een authentiek tijdsbeeld neerzet.

(John Goodman als Roland Turner)

Zoals gezegd aan het begin van deze review is het een film die het moet hebben van de misstappen van de hoofdpersoon. Hij wordt constant door het lot getest en ziet het vaak zelf niet meer zitten. Het is een soort lijdensweg die er niet beter op wordt. Dit alles wordt gebracht met de satirische benadering waar de Coens bekend omstaan. De één kan er om lachen, de ander zal de pijn van Llewyn maar al te goed voor kunnen stellen. Als je kan genieten van een tragikomisch verhaal met veel dubbelzinnigheden, dan is dit een aan te raden film. De rode draad in de film is zeker de kater, die deels het lot van Llewyn bepaalt. Het einde is toepasselijk, al niet erg verrassend. Of je deze film bij het lijstje van Coen Klassiekers plaats, hangt puur aan je eigen smaak af. Voor mij mag hij erbij.


4,5/5

(hilarische scene uit de film)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten